't Amsteldams Minne-Beeckie
(1645)–Anoniem Amsterdams minne-beekje– AuteursrechtvrijOp nieuws bestroomt. Met verscheyde minne-deuntjes, en nieuwe ghesangen
[pagina 107]
| |
Stemme: Si tanto gratioso.Wat gril? wat waan? wat spooken?
Wat Tover-swarm omnevelt d'hersen tempel
Herts-kraale vloet aan 't koocken!
'k Sidder, en tril: ach! Erycin! u stempel
Kneust' hersen vat:
'k Doel 't breyn bespat,
Van u alsengbre toorts-licht;
Wiens felle radren
In mijn verstopte adren
Liefdens koorts sticht.
2 't Schijnt dat d'alquetsbre vonken
Des Blixem drigs mijn ysig riff doen stronklen
In AEtnaas barn-speloncken,
O heete vlam! o siel-vernielend kronklen!
| |
[pagina 108]
| |
Help Erycijn
Eer d'heef'ge pijn,
Door d'adren tocht gevlooten
Comt met de spitsen
Van hun gevlimde flitsen
'Thert afstooten.
3, Sacht duyssigh breyn! wat doeje?
Gy sijt verdoolt op spooreloose heyen:
Gy most u trots besnoeyen
Om Paphos hert tot uwe gunst te leyen:
Ach groote vrouw!
Omkrans mijn rouw,
Met liefds alquikbre rankken,
Op dat u krachten
Op 't autaar mijns gedachten
Eeuwig wankken.
P. Dubbels spe vivo. Hoop baert troost. |
|