't Amsteldams Minne-Beeckie(1645)–Anoniem Amsterdams minne-beekje– AuteursrechtvrijOp nieuws bestroomt. Met verscheyde minne-deuntjes, en nieuwe ghesangen Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Dianaas Clacht. Stemme: Granida Princesse. I. Droeve noot lors-vlagen, Hoe comt gy om clampen, Dese borst die schier door 't clagen smelt, Clagen? jae door clagen, Nu ô ramp der rampen! Al mijn eer ten schand-poel is gevelt, Eerloose guyt gy die Diaan u trouw, Soo dier geswooren hebt, laat ghy Diaan in rouw. [pagina 42] [p. 42] II. Denkt ghy niet de Eeden, Die gy snoo verrader, Hebt gedaan, als w'aaen d'Atheensche-strant // t'Saamen gingen treeden, Denck, ey, denk eens naader, Hoe gy my swoert met u eygen hant: By Hemel, Hart, by sterren, Son en Maan, So ik u verlaat moet my de Donder slaen: III. Maer om sunst geswooren Het schynt dat zijn sinnen, Sijn verkeert, van liefdeens kracht ontbloot, Die my had' vercooren, Staackt sijn yvrend' Minnen Nu hy, laas! Ontreynicht heeft mijn schoot, Ha snoode Prins, verdelger van mijn eer, Ont vlieden meucht ghy my maar Iupijn nimmermeer. [pagina 43] [p. 43] Besluyt. Eerlievende benden, Acht geen Minnaars sweeren, Haar beloft is losser als de Wint, Comt u herwaarts wenden Om van my te leeren, Domme jeugt: Versint eer ghy begint; Pluckt trouwens vrucht niet voor verknochte trouw, So krijght gy met Diaan geen knaagend' naberouw. P. Dubbels spe vivo: Hoop baer troost. Vorige Volgende