Amsterdams lectionarium
(1970)–Anoniem Amsterdams lectionarium– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdams lectionarium. In: Instituut voor Nederlandse Lexicologie (samenstelling en redactie), Cd-rom Middelnederlands. Sdu Uitgevers/Standaard Uitgeverij, Den Haag/Antwerpen 1998.
-
gebruikt exemplaar
Voor de digitale editie van Amsterdams lectionarium in de dbnl is gebruik gemaakt van de Cd-rom Middelnederlands die in 1998 werd uitgebracht door het Instituut voor Nederlandse Lexicologie.
algemene opmerkingen
De tekst op de Cd-rom Middelnederlands berust op de uitgave:
C.C. de Bruin (ed.), Het Amsterdamse lectionarium. Leiden, 1970 (Verzameling van Middelnederlandse Bijbelteksten. Kleine reeks. Afdeling 2: Lectionaria. Deel 1).
Op de cd-rom is ook de paginering opgenomen van de uitgave uit 1970; deze paginaverwijzingen zijn hier achterwege gelaten. Wel zijn de verwijzingen naar de foliumnummers en de kolommen in het oorspronkelijke handschrift hier overgenomen.
Op de Cd-rom Middelnederlands wordt de volgende beschrijving gegeven van de oorspronkelijke bron:
‘Bron: Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, I G 41
Datum: 1348
Omvang: 120655 woorden (alleen de bijbelteksten)
Opm.: 309 folia, 2 kolommen per bladzijde, 32 regels per kolom. Het handschrift is ook bekend onder de naam Handschrift van 1348. De lectionariumtekst bevindt zich op de fol. 1ra-267va; verder bevat de codex nog een sermoen van Heinrijc van Cleven (fol. 267vb-270va), een mystiek traktaatje met de titel Sequere me (fol. 270vb273va), een geestelijke brief (fol. 273va274vb), kap. 37-55 en 205-226 uit de Sredactie van het Leven van Jezus (fol. 275ra-296rb, voor de tekst zie het Stuttgartse leven van Jezus), een prozavertaling van de Dialogus beatae Mariae et Anselmi de passione Domini van pseudo-Anselmus van Canterbury (fol. 296va-308vb) en een traktaatje over het lijden van Christus (fol. 308vb-309vb).
Status: Kritisch
MNW-nr: 688 (andere editie)
Opm.: De editie bevat niet de volledige tekst van fol. 1r-267v: omdat De Bruin uitsluitend Middelnederlandse bijbelteksten in zijn editiereeks op wou nemen, liet hij de verklarende of becommentariërende exposicies achterwege die in het hs. aan 24 evangelielessen toegevoegd werden; deze weggelaten passages beslaan in totaal een 65 folia. Vergissingen van de kopiist werden door de editeur gecorrigeerd en tussen punthaken geplaatst; aanvullingen, door de editeur uit een andere bron gelicht, staan tussen rechte haken; de (vaak glossenachtige) verklaringen die de bewerker herhaaldelijk heeft ingelast en die door de kopiist in het hs. rood zijn onderstreept, zijn cursief weergegeven. De regelnummering van De Bruin werd niet behouden.’
redactionele ingrepen
geen