Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)
(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De– AuteursrechtvrijStemme: De tijdt begint nu vast te naken, &c.Mijn middag-Son so schoon in ’t bloosen, Aen ‘tduycken sloeg nu komt verposen,
De morgen-Son sijn loop, en geeft
Haer luyster weer het eerste wesen, En is uyt Thetis schoot verresen;
’t Onsterff’lijck is noyt uytgeleeft
2 Geen felheyt sloopt so stercke muren, De Doot geen Boom en kan verduren,
Soo vast geplant in ’t schoonste Hoff:
Sy groeyt, en sal haer kroon opsteecken, En krachtigh door de Wolcken breken,
Tot eer van ’t Y, en Amstels loff.
3 So kan men ’t groot in ’t kleyn om vangen, Veel Eeuwen in een uur verlangen,
Waer van ’t begin hier seker wort;
Dit voorspel doet de waerheyt stijven, Daer uyt gaen weer verweckt het blijven,
Soo schietmen nimmermeer te kort.
|
|