Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)
(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De– Auteursrechtvrij
[pagina 169]
| |
Toon: Wat is het licken, licken, licken, &c.
WEch met het viese, vasen, pasen, dwasen,
Ydele pocchers van ’t gesoen, Laet dat de geyle Zatrys doen
Komt wilt u lusjes soeter aesen, Sonder veel moeyte met gemac
Laet ons gaen sitten by het viertjen, biertjen,
‘k Heb noch een doosjen in mijn sack, Met een pijp haghenevels Toback.
2 Als ick mach de suyv’re pijpen, grijpen, nijpen,
Isser mijn hert eerst recht verheught, Door ’t lurcken van Verinisse deught,
Moeten de fluymen van my sijpen,
Dies segh ick noch ghelijck als voor,
Viva de Pijp, en ’t edel roocken, smoocken,
Hebben een volle stoop by ’t oor, Die ’t niet en mach dat is een door.
3 Wat heeft het pijpje sachte, machte, krachten
Yder om het te suygen streelt, die ’t niet en heeft vaec daerom queelt
Mannen, Vrouwen, by daegh en nachten,
Sietmen met ’t pijpje besigh sijn, Yder wilt winnen, in het trecke, becken,
Roemt van het soenen, roemt van de Wijn,
’t Pijpjen alleen is medicijn.
| |
[pagina 170]
| |
4 Daer de Kus-jonckers, magre konen, tonen,
En veeltijts met een kale kop, Sal de Toback en Ceres sop
Ons met twee bolle kaken, belonen,
Die niet en smoockt die is wel nars,
’t Pijpjen staegh tusschen beenen, lippen, stippen,
Mannen, Vrouwen, Vrysters, hoe dus bars,
Niemant wort ’t pijpje of suygen dwars.
|
|