Amsteldamsche minne-zuchjens
(1643)–Anoniem Amsteldamsche minne-zuchjens– Auteursrechtvrijop verscheyde nieuwe wijsjes, door lievende gheesten uyt ghestroyt
[pagina 194]
| |
Stemme: Vliet heen droeve sugjens.
PUijk der schoone Maagden,
Openhertig hert, een dank, met liefd' doorwrocht (die ik niet kon weven,
Toen gy 't leven schraagden,
Van mijn stervend' rif: ) kust uw Elpen hand, voor 't lint my gegeven,
Als het blincken der netgewrochte draan.
Beschaauwt mijn gesicht // soo sie ik 't licht,
Vws goude hayren, aan.
2 Klarind mijn gedachten,
Twisten, dan te saem, de liefde (die het pit mijns borsts doorgriefde,
En mijn kracht verkrachte)
Wil dat dese gaaf geen veynsen baarde; maar geschach uyt liefde:
En het branden, dat door haer glans, wert kracht geboon,
Seyt dat gy dit deed // om, door het leed,
Mijn levens kracht te doon.
| |
[pagina 195]
| |
3 Maar 'k houw al dit lijden
Voor salig geluk, als mijn gedachten: (ô siel van mijn leven.)
Gedenken 't verblijden,
Daar toe ik, door 't zoet van d' echte trouw, haast hoop te sijn verheven,
Ach! Klarinda pijnt mijn hoop met geen meerder pijn,
Maer laet uw mont // doch van de wond
Mijns mins, de heelster zijn.
P. Vander Gracht. |
|