De Amsterdamse gaare-keuken, met den blyhertigen op-disser
(1736)–Anoniem Amsterdamsze gaare-keuken, De– AuteursrechtvrijDe Amsterdamse gaare-keuken, met den blyhertigen op-disser. Hendrik Walpot, Dordrecht 1736 (herdruk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: OTM: OK 97-161 (32)
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De Amsterdamse gaare-keuken, met den blyhertigen op-disser in een herdruk uit 1736. De datum van uitgave van de eerste druk is onbekend.
redactionele ingrepen
Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangegeven.
p. 4: In het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. Dit is tussen vierkante haken aangevuld.
p. 6: slaen → staen: ‘Met zulken pijn komt in het graf te staen’.
p. 7: toenrad → toen rad: ‘Ik sat hem toen rad; So digt aen sijn gat’.
p. 7: hdeft → heeft: ‘Wel heeft hy een Vlooy geset in u kooy’.
p. 7: hethutje → het hutje: ‘So geeft hem het hutje en mutje tot fooy’.
p. 8: moires → moitjes: ‘Ik raekte moitjes binnen’.
p. 10: Dncaten → Ducaten: ‘Om duisend schoon Ducaten’.
p. 10: louterzy → louter zy: ‘voor een kleed van louter zy’.
p. 13: Besien → Bessen: ‘Bessen in overvloed’.
p. 13: ve quicken → verquicken: ‘dat den reuk verquicken zal’.
p. 13: nyt → uyt: ‘Al dat daer spruyt uyt der aerden’.
p. 15: eu → en: ‘Mee wat snippen en Patrijsen’.
p. 16: gewandeldele → gewandeld: ‘Heeft zy gewandeld’.
p. 17: Het foutieve paginanummer 11 is verbeterd naar 17.
p. 17: vedwijnen → verdwijnen: ‘Om te verdwijnen’.
p. 19: ni → niet: ‘Maer ik ontsegse u niet’.
p. 21: nitgelaten → uitgelaten: ‘als uitgelaten’.
p. 21: Uitreine → Uit reine: ‘Uit reine liefden groet’.
p. 21: wijden → wijken: ‘En wild niet wijken’.
p. 24: jouk → jok: ‘En ging ook sonder jok’.
p. 25: tub → tuk: ‘tuk tuk tuk tuk tuk te geuk’.
p. 26: En → Een: ‘Een jonge dogter die quam my tegen’.
p. 26: on → jou: ‘Dan is't jou schelm jou guit’.
p. 27: Koninas → Konings: ‘Buiten in het Konings bos’.
p. 28: uie → uit: ‘En uit liefden ontfangt dog een kusje’.
p. 30: hou → hout: ‘Ik en heb geen hout’.
p. 30: haet → haer: ‘die wel om haer eertje pasten’.
p. 30: geogt → geagt: ‘So word gy geagt’.
p. 33: sonde → sonder: ‘Nu raspen sonder schromen’.
p. 35: Her → Het: ‘Het droevig uyt-eynde der liefde’.
p. 36: Het woord ‘ik’ is twee maal gedrukt. Dit is gecorrigeerd: ‘Eer ik dit ooyt sal gedogen’.
p. 37: Tijng → Tijding: ‘Al dees droeve Tijding' vernam’.
p. 37: vereriet → verdriet: ‘Hoe heb ik myn in het verdriet gebragt’.
p. 38: led → leed: ‘Zag ik wel tot mijn groot leed’.
p. 38: in moe → ik moet: ‘En ik moet my heel naekt en blood’.
p. 39: latt → laet: ‘Ach komt laet ons nad'ren’.
p. 40: In het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. Dit is tussen vierkante haken aangevuld.
p. 41: fa soen → fatsoen: ‘Seer net na 't leven en was vol fatsoen’.
p. 41: demaegt → de maegt: ‘Waer door de maegt verliefd op zyn Persoon’.
p. 42: liede → liefde: ‘Die door trouwigheid en liefde al verwon’.
p. 43: leden → leven: ‘Hy als een held stelde zijn leven bloot’.
p. 43: wat → want: ‘u nu verlaten want ik sterf de doot’.
p. 44: HOrd → HOord: ‘HOord Kees mijn Vryer’.
p. 44: klodse → klonse: ‘Op houte klonse’.
p. 45: Eei vooden → Die vodden: ‘Die vodden kogt gy heden’.
p. 45: De versregels: ‘Trouwt een Iuffrouwe, Gy eet niet als gebraed’ zijn twee keer gedrukt. Dit is gecorrigeerd.
p. 45: Borinnen → Boerinnen: ‘Ik hou 't met mijn Boerinnen’.
p. 45: eenplompert → een plompert: ‘Gy zijt een plompert’.
p. 45: blijt → blijft: ‘blijft dan by u morsig en vuille’.
p. 45: genog → genoeg: ‘Gij hebt'er nog tijds genoeg’.
p. 47: Ariraens → Ariaens: ‘Trijntje Ariaens dogter’.
p. 48: Piot → Piet: ‘die stont gelyk Piet snot’.
p. 50: gegin → begin: ‘Hoe soet is het begin’.
p. 50: dwmen → dommen: ‘Die onder u staen met een dommen zin’.
p. 51: sdijt → spijt: ‘Mijn lief ik barst van spijt’.
p. 51: In het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. Dit is tussen vierkante haken aangevuld.
p. 54: Ed → En: ‘En danst nog eens in 't rond’.
p. 54: di → dit: ‘Toen zo sprak dit jonge wijf’.
p. 54: In het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. Dit is tussen vierkante haken aangevuld.
p. 55: gen → geen: ‘'t Is geen wonder’.
p. 55: So ohy → Soo hy: ‘Soo hy struikeld’.
p. 57: Sorte → Storte: ‘Storte myn laetste bloed’.
p. 57: doodsnip → doodsnik: ‘de doodsnik laden’.
p. 58: eeugen → heugen: ‘Gy moet wat langer heugen’.
p. 58: ee rijk → de rijp: ‘Al quam de rijp op een nagt’.
p. 58: winig → weinig: ‘Een weinig tijds na dien’.
p. 58: wlit → wilt: ‘Lief wilt my verlaten’.
p. 59: hed → heb: ‘Heb ik na u staen wagten’.
p. 59: sander → sonder: ‘En og maegd sonder genaed’.
p. 60: Darr → Daer: ‘Daer ik vond een brave tas’.
p. 62: dolgt → volgt: ‘Speelnootjes volgt de bruid’.
p. 62: een saemheid → eensaemheid: ‘so in eensaemheid verslijt’.
p. 62: traht → tracht: ‘'t Is billijk datje daer na tracht’.
p. 63: wind → wild: ‘En wild mijn het lieve Iawoordje geven’.
p. 64: groo → groot: ‘Met groot verlangen’.
p. 67: naste → naaste: ‘en gy myn naaste bloet’.
p. 67: zoen en → zoen: ‘Geeft myn daer op de leste zoen’.
p. 70: weigeagtig → weigeragtig: ‘niet weigeragtig wesen’.
p. 70: za → zal: ‘Mijn lief ik zal terstond’.
p. 72: 's 's → 's: ‘sprak ieder hier 's een Kind’.
p. 75: Mijn → Men: ‘Men weet niet wat'er schort’.
p. 76: Casictijntje → Capietijntje: ‘Is nu sijn Capietijntje’.
p. 76: deuren → dueren: ‘Ia wel mogt dit altijd zo dueren’.
p. 77: baren → varen: ‘Na oostinje varen’.
p. 81: liefde de → liefde: ‘Door zijn uitstekende liefde groot’.
p. 82: hoof → hooft: ‘die wiert als dol van hooft’.
p. 83: stoukt → stookt: ‘en stookt geen twist of nijd’.
p. 83: bedijders → benijders: ‘Gelooft benijders niet’.
p. 84: verklen → verkleden, yan → van: ‘verkleden, Fraey van boven tot beneden’.
p. 84: neend → neemd: ‘En neemd waer gelegentheden’.
p. 85: krone → de krone: ‘de krone, Maer men ook niet loochene kan’.
p. 86: can → van: ‘Twee naelden van een duit’.
p. 88: met → men: ‘Men ziet dikwils dat jonge bloem’.
p. 88: een → eens: ‘besiet dog eens die pis’.
p. 89: seper → seker: ‘Wel dat is seker raer’.
p. 89: seper → seker: ‘want seker 't staet te slegt’.
p. 91: spel → speld: ‘Maekt dat geen speld’.
p. 91: mametje → mammetje: ‘En geeft hem dan een mammetje’.
p. 91: Iontje Iantje: Iantje Iantje
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina 1]
DE AMSTERDAMSE GAARE-KEUKEN,
Met den blyhertigen OP-DISSER
Voorsien met de nieuwste en aengenaemste liederen, soo Herders als minnaers Gesangen, op de aengenaemste voysen.
Op Nieuws overzien, vermeerdert en verbetert.
Te DORDRECHT,
Gedrukt by Hendrik Walpot, Boekverkooper op de Voorstraet over 't Stadhuys. 1736.