Komt dan onbevreest, Wy zyn genood op dees Feest, Van Bacchus rein, Zo groot als klein, Sal ons behulpzaam zyn, Op dat wy van de Wyn, Van de Moezel of den Rhyn, Altyd zo dronken zyn; Elk vat een volle Fluyt En drinktze schoontjes uit, En dan weer vol gedaan, Van deze edele Vaan, Drinkt aan 't zal wel gaan; Sing, spring nu overluit, Met Bas, Phiool en Fluit, De Kermis die is uit, Cupido is een guit.