De Amerikaansche koopman
(1785)–Anoniem De Amerikaansche koopman– AuteursrechtvrijOp een aengename vois
1.
Laat dog staan Colyn,
Dat geplaagt kan zyn,
Ach gy doet myn pyn;
Weg uw hand van myn,
Goode staat my by,
Tegens zyn gevly,
Ach hoe zal het wezen?
Laat ik myn belezen;
Wyl het staat te vrezen,
Soo iemand ons ziet,
En ons eens verriet.
Myn Moeder, myn Moeder,
Myn van haar verstiet.
2.
Troost uw Amaril
Wyl natuur nooit stil
Steeds draait om de spil,
Ik bid voldoet myn wil,
Jupyn zelfs de God der Goôn,
Volgt die Geboôn,
Om het zoet te smaken,
| |
[pagina 21]
| |
Van Daphnees kaken,
Droop door de daken,
Zoo iemand ons nog ziet,
En ons eens verriet,
De Goode, de Goode,
De Goode haten het niet.
3.
Amaril bezweek,
Hygende en wierd bleek,
Colyn riep ach spreek,
Zy antwoorde steek,
Steek, doorsteek myn hert,
In uw min verwert.
Colyn onbedreeven,
Met haar een steek te geven,
Die een mensch doet sneeven,
Viel aan al op haar schoot,
En riep wilje dood?
Zie daar dan, zie daar dan,
Sie daar dan nog een stoot.
4.
Naauw was zy gewond,
Of, zy keek in 't rond,
En zy riep terstond,
Luitkeels uit haar mond,
Och myn lief Colyn.
Schoon ik ben vol pyn,
Ach mogt ik zulks verwerven?
Ik wil graag sterven,
En het leven derven,
Al ben ik in noot,
Vrees ik voor geen stoot,
Ik vreeze, ik vreeze,
Ik vreeze dus geen dood,
|
|