Sinds lang hoorden we niet meer van die razende flaminganten, die stelselmatige bevechters van al wat fransch is, die Balzac en Hugo verachten omdat ze in 't fransch schreven en M. Julius Van der Voort en M. Van Cuyk bewonderen omdat ze in onze taal (maar hoe?!) zich uitdrukten.
We dachten niet meer aan die heethoofden, omdat we gewoon zijn te leven in een breeden kring van bekenden samengesteld uit lieden van verschillenden landaard.
De franschhater was verdwenen van onzen gezichteinder, en we geloofden dat 'n geruste overtuigde voorliefde voor onze taal bij al de Vlamingen bestond.
En daarom waren we onaangenaam verrast en treurig aangedaan bij t'lezen van 't Februari Nr van Jong Antwerpen (strijdend vlaamschgezind studentenblad.)
Sprekend over 't oprichten van Georges Rodenbach's beeld te Gent, vinden ze in dat blad middel om te schimpen en te zinspelen op de vlaamsche kunstenaars die zich in 't Fransch uitdrukken.
Rodenbach's werk wordt niet beoordeeld, er wordt gescholden en vele woorden gebruikt, Lemonnier en Eekhoud worden er bijgesleurd en vooruit nu met holle woorden, om een eng-geestigen haat voor 't Fransch wêer wat op te wakkeren, zoodat onze naïeve flaminganten achter elk fransch woord 'n franskiljon meenen te ontdekken. Waarom nu niet gesproken van de Gulden Sporen en Breydel en De Coninck. Dat doet goed in zoo'n artikel, dat maakt effect, en Goedendags en Vlaamsche Leeuwen, vooruit...
Ik betreur het, dat het in onze gemengde samenleving nog mogelijk is zoo chauvin te zijn, waar we breed zouden moeten zijn voor elke kunstui ting, van waar ze ook kome, in welke taal de kunstenaar zich ook uitdrukke. Dat de hn. van Jong Antwerpen eens nadenken, dan zullen zij ondervinden dat de Vlaamsche zaak door hun kleinzieligheid niets wint. Integendeel.
Omdat ik Vlaming ben.
* * *
Dokter Marten Rudelsheim. waaraan u nu bezondigen! Vroegtijdige grijsaard! Wat poogt gij sinds eenigen tijd den rol van mentor der jongeren te vervullen! Wij danken u vol zielsontroering? Gij immers bezit het noodige gezag, verkregen door werk van waarde- (huldedichten aan de koningin en artikels), om ons, nu en 'an, heel pedant en heel aardig uwe meening te schrijven over opkomende jonge menschen? Wees nochtans overtuigd, dat deze heel wel zonder uwe inmenging hun weg zullen vinden
Dus zonder wrevel, vader onzer generatie: ‘toetst uwe inbeeldingen, vonden en gedachten ofze der penne en den dagh waerdigh zijn.’