Lijkrede op het graf van Peter Benoit
Onsterfelijke Meester,
Van uit den schoot der scheppende macht van het heelal waarin de scheppende geest van uwen persoon thans verblijft en rust, blik neder op de kleine schaar die aan uw graf staat het hoofd gebogen in diepe neerslachtigheid.
Het zijn de zestien leerlingen der scheppingswettelijke school welke gij hielpt stichten, en aan wier hoofd ik ga in uw glinsterend spoor.
O Meester, gij die thans bedeeld zijt met het algemeen geweten, die thans mede aan het bewind staat der dingen herken dat wij geroepen zijn om uw roemrijk en heilzaam begonnen werk tot volkomenheid te brengen; herken dat de toekomst van ons volk, de lotsbestemming van België, wat zeg ik, die van heel het menschdom afhangen van het bestaan der scheppingswettelijke school - het pasgeboren kind dat in U zijnen natuurlijken beschermer verloren heeft.
Verlaat ons niet, bescherm van ons uit