Alvoorder. Jaargang 1(1900-1901)– [tijdschrift] Alvoorder– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] Dooden-droom. Laat stil de kaarsjes lichten in de oude kerke-hal, want 't is voor dood-gezichten die staren overal. Ik voel ze koudjes neigen op mijnen peluw neer; hun wimpers droefjes zijgen als donzig-zachte veer. En met hun Doode-haren het bleeke hoofdje alom, zoo schijnen zïj te staren staêg in een breede kom. O hoor hun Doode-zangen - mèewaarge teederheid - zij zijgen langs mijn wangen kil, in gelatenheid. Laat stil de kaarsjes lichten in de oude kerke-hal, want 't is voor Dood-gezichten die staren overal: Gent. Adolf Herckenrath. Vorige Volgende