Alvoorder. Jaargang 1(1900-1901)– [tijdschrift] Alvoorder– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Sonnet. Mijn lief, zacht over mij thans neergebogen, die vrcedlijk lijd door ingebeelde smart, en wankel onder 't al te zware logen dat weeldrig tiert in elk arm menschen-hart, de zoele tranen die uit uw meêlijdende oogen leken op mij - meêdoogenloos en hard voor u en van zoo'n ikzucht vaak omtogen waar 't geldt uw diepe en wezenlijke smart- zij leken langs mijn wangen, de immer drooge, en vochten mijne koele en schampere oogen en dezen mond die alle lijden tegensart, en dringen tot mijn ziel als wondre balsem bewerkend tot éen zoetheid 's levens alsem en tot geliefde vreugd de wrange smart. Brussel. Fernand Toussaint. Vorige Volgende