Q. Verordeningen omtrent de bedrijven van sjouwer, kruijer, roeijer, waagdrager en karreman te Paramaribo.
(Extract uit de Publicatie van 21 Dec. 1857, G. bl. no. 22).
Elk die tot een der bovengenoemde bedrijven geadmitteerd is, moet op eene zigtbare plaats met een band om het lijf eene geschilderde plaat dragen, waarop zijn nummer is aangeduid. De ingezetenen mogen buiten hunne gewone dienstboden, geene personen voor sjouwer, kruijer, roeijer enz. gebruiken dan de wettig toegelatene, kenbaar aan hunne plaat, op eene boete van f 5 tot f 25.
Van 's morgens 6 tot 's avonds 6 ure, mogen zij zonder gegronde verschooning geene werkzaamheden weigeren, en zijn daartoe op vaste plaatsen gestationneerd. Wanneer zij de hun toevertrouwde goederen beschadigen, worden zij met geldboete van f 5 tot f 50 gestraft.
Het dagloon van een' sjouwer of kruijer is voor een' geheelen dag |
f 1.15 |
Met bijvoeging van kost, indien hij aan boord werkzaam is, of in plaats daarvan |
0.25 |
Voor een halven dag, van 's morgens 6 tot 12 ure |
0.70 |
Van 's middags 2 tot 6 ure |
0.45 |
Voor één uur |
0.20 |
Voor een half uur |
0.10 |
De schofttijd wordt gerekend van 12 tot 2 ure.
Het loon van een' roeijer is hetzelfde als dat van een sjouwer aan boord.
Het loon van een' sjouwer of waagdrager, werkzaam aan 's Lands waag, is bepaald als volgt: voor de gezamenlijke werkzaamheden van het uit en in de pont -, in en uit de waag -, op en van de schaal brengen van een vat suiker, f 0.50; van eene baal katoen, f 0.16; van eene baal koffij of cacao, f 0.10; terwijl alle andere artikelen, zoo als vaten bakkeljaauw, tabak, enz. naar dezen maatstaf moeten berekend worden.
Het loon der karrelieden wordt bepaald naar gelang der afstanden dle zij moeten afleggen, als:
Eene vracht in wijk litt. A, het gedeelte van litt. B, ten oosten of aan deze zijde van de Zwartenhovenbrugstraat en in litt. C,