| |
| |
| |
Werk in uitvoering
Klaar voor de start
Ineke van de Craats/Radboud Universiteit Nijmegen
Sinds enige tijd zijn er multimediale producten op de markt die vorm geven aan het inburgeringstraject: Thuis in Nederlands voor het domein OGO (Onderwijs, Gezondheid en Opvoeding) en Nederlands aan het werk voor het domein Werk voor inburgeraars met niveau A1. Als voortraject is Klaar voor de start ontwikkeld, dat inburgeraars leidt naar niveau A1. ALFA-nieuws vroeg zich af of dit voortraject ook ingezet kan worden voor alfacursisten en legde deze vraag voor aan Ineke Bongaerts van ROC Nijmegen waar twee groepen Alfa C-cursisten aan het werk gingen met Klaar voor de start.
| |
Aanleiding
In eerste instantie wordt ‘Klaar voor de start’ niet geschikt geacht voor alfa-NT2-cursisten omdat kunnen lezen en schrijven belangrijke voorwaarden zijn. Waarom ben je er dan toch mee aan de slag gegaan?
We hadden een relatief grote groep goede alfacursisten die op weg naar Alfa C-niveau waren en al veel lesmateriaal hadden doorgewerkt. We stonden voor de keuze om verder te gaan met Spreek Actief, CP-starter en ons gebruikelijke alfamateriaal, of iets heel nieuws te gaan doen. Dat nieuws was misschien te hoog gegrepen, maar zou wel een goede aansluiting kunnen vormen op het standaard Wi-traject. Omdat we de alternatieven niet uitdagend vonden of gewoon een beetje saai, is het Klaar voor de start geworden.
| |
Het lesmateriaal
Wat zijn de thema's en wat maakt ze zo geschikt?
Er zijn acht thema's die aan bod komen (zie kader 1). Ze zijn voor een deel bekend uit eerdere cursussen. Het voordeel daarvan is dat de woorden dan bekend zijn en snel herkend en gelezen kunnen worden. Voor een deel zijn de thema's nieuw en direct gericht op inburgering voor de domeinen Werk en OGO, wat uitdagender is voor de cursist. Enkele thema's zijn gericht op participatie, zoals feestdagen, vrije tijd en basisschool. Samen maakt het dat de zinnen en teksten met wat extra inspanning van de cursist en voorbereiding van de docent doenlijk zijn voor gevorderde alfacursisten.
Kader 1: Thema's Klaar voor de start
Buurman Jan in actie bij de tramhalte bij het thema Vervoer.
| |
| |
| |
De opzet
Waaruit bestaat het materiaal en wat spreekt jou en de cursisten daarbij zo aan?
Het hele programma is multimediaal, dat wil zeggen een samenhangend geheel van een inleidend filmpje, groepslessen, e-learning (oefeningen op de computer) en praktijkopdrachten. Juist die samenhang is een sterk punt. Ieder thema begint met een filmpje waarin een vader, een moeder en een dochter van een jaar of twaalf, afkomstig uit Irak, voor allerlei nieuwe situaties komen te staan. Een behulpzame buurman, Jan, schiet toe. Vooral de herkenbaarheid van deze mensen spreekt de cursisten aan. Ook het feit dat deze mensen fouten maken - ze zijn op de verkeerde dag naar de eerste les gekomen! - maakt dat de cursisten sympathie krijgen voor deze familie en ook de oefeningen en praktijkopdrachten die ermee te maken hebben enthousiast te lijf gaan.
Badria en haar vader Tarik, twee van de hoofdpersonen uit het verhaal
De film is bedoeld als opwarmertje en als eerste oefening in globaal en selectief luisteren naar nieuwe woorden en zinnen. De film is ook de aanleiding voor een groepsgesprek dat vooral de voorkennis activeert. In de groepslessen ligt de nadruk op veel en gevarieerd oefenen van vooral mondelinge vaardigheden: van nazegoefeningen en oefeningen in duo's tot dialogen en rollenspellen. In de groepsles wordt ook de praktijkopdracht voorbereid. E-learning bestaat uit oefeningen op de computer die individueel worden gedaan. Dat kan thuis omdat de cursist overal kan inloggen en de docent toch kan aflezen wat hij gedaan heeft. De praktijkopdrachten passen bij het thema en worden met anderen gedaan. Het zijn veel verzamel- en observatieopdrachten zoals ‘haal de woonkrant bij de bibliotheek’, een opdracht die met groot enthousiasme werd uitgevoerd door de groep. Aan het eind van het programma, wanneer de computeroefeningen en de praktijkopdrachten zijn gedaan, kan de inburgeraar een eindtoets doen. Dat is een digitale toets bestaand uit 20 vragen uit een totaal van 50.
| |
De methodiek
In de inburgering is het doel het handelen in de praktijk, de cruciale praktijksituatie of CP. Hoe wordt de inburgeraar daarop voorbereid?
Inderdaad draait het echt om de praktijk. De cursist wordt in vijf stappen voorbereid op die handelingssituaties. De stappen zijn: oriënteren, voorbereiden, uitvoeren, terugkijken en verwerken. Het oriënteren vindt plaats door middel van de film en het groepsgesprek, het voorbereiden door middel van de computeroefeningen en de groepslessen. Dan wordt de praktijkopdracht voorbereid en uitgevoerd samen met anderen. Het terugkijken of evalueren gaat aan de hand van foto's, plaatjes of een gesprek. In de verwerkingsfase wordt aandacht besteed aan de vraag welke informatie nog vaker te gebruiken is. Dat kunnen specifieke woorden zijn of tips.
| |
Alfa C-cursisten
Wat heb je nu eigenlijk voor deze specifieke doelgroep anders gedaan dan de richtlijnen aangaven?
De introductie van het thema door de film en daarna een groepsgesprek heb ik omgedraaid. De warming-up heb ik eerst gedaan zodat ze voorbereid waren op waar het filmpje over ging. Het groepsgesprek na het filmpje ging daardoor veel beter. De vragen over de film heb ik extra met de groep gelezen zodat leesfouten geen rol konden spelen bij het beantwoorden van de twee-keuzevragen. Verder hebben we de woordenlijst van elk thema uitgeprint. Het gebruik van een woordenlijst op de computer die geraadpleegd kan worden terwijl de cursist met een oefening bezig is, bleek nog een te ingewikkelde vaardigheid. Die woorden werden ook op het einde van de les nog eens mondeling doorgenomen. Ook hebben de snelsten van mijn Alfa C-cursisten geprofiteerd van de extra leesteksten die door mijn collega's van niet-alfa-groepen zijn toegevoegd, want leesteksten zijn er niet veel.
| |
| |
| |
Computervaardigheden
Is de geringe vaardigheid van deze groep eeen beletsel?
Eigenlijk zijn computervaardigheden vrij snel geleerd. Klaar voor de start heeft vier mini-games ontwikkeld om de meest basale handelingen zoals klikken met de muis, slepen en dergelijke aan te leren. Ook de meest noodzakelijke computertaal wordt daarmee aangeleerd. En als het inloggen thuis niet lukt, zijn er altijd nog de kinderen die helpen. In een enkel geval werd ik gebeld door een kind dat vroeg hoe zijn moeder moest inloggen.
| |
Studiebelasting
In de handleiding worden richtlijnen gegeven voor de studiebelasting. Bij drie groepslessen per week zou daar nog twee uur zelfstandig werken aan de oeftningen bijkomen en een uur voor de praktijkopdracht. Dat komt neer op 7,5 tot 9 uur groepsles begeleid door de docent. Hoe heeft dat bij jou uitgepakt?
Ik ben flexibel omgegaan met de studiebelasting en heb het tempo enigszins aangepast aan alfa-cursisten. Ik heb twee tot drie weken gedaan over een thema, vier tot zes groepslessen van 3 uur, waarbij e-learning in de klas werd gedaan. De overige lessen werden besteed aan andere vaardigheden, zoals lezen, schrijven en spreken. Ik weet niet precies hoeveel tijd de cursisten nog besteed hebben aan individuele oefeningen en aan de praktijkopdracht. De helft van mijn cursisten is doorgestroomd naar een reguliere Wi-groep met niveau A1.
| |
Meest aantrekkelijke
Wat vind je nu zelf het meest aantrekkelijke van Klaar voor de start?
Alfa-cursisten hebben vooral gewerkt aan de ontwikkeling van lezen en schrijven. Met het gebruik van Klaar voor de start komt plotseling het accent niet meer op die vaardigheden te liggen. De thema's en vooral ook de uitwerking van de thema's liggen dicht bij de cursisten. Het inleidende filmpje is zo herkenbaar dat het aanleiding geeft tot veel meer gesprekken en ook veel meer inhoudelijke discussie, dan bij bijvoorbeeld het gebruik van CP Starter. De herkenbaarheid maakt de cursisten ook meer betrokken bij de vervolgoefeningen en praktijkopdrachten dan met eerder gebruikt lesmateriaal.
Prettig voor de docent is ook de veelheid aan instructies, hoewel er nog aardig wat werk te doen is om materiaal voor de groepsles gereed te maken. Het knip- en plakwerk komt toch weer een beetje terug, maar het materiaal hoef je niet zelf meer te zoeken. Veel oefeningen komen bekend voor (zoals memory, puzzels, buitenschoolse opdrachten), maar het is nu deskundig bij elkaar gebracht en geordend.
Kader 2: Werkblad thema 4 Gezondheid
| |
De toppers
Wat zijn nu echte topoefeningen of topopdrachten?
De praktijkopdracht om een woonkrant te halen bij de bibliotheek was een groot succes, maar ook een plattegrond tekenen van je eigen kamer of huis werd heelleuk gevonden. Het werkblad Wat is er aan de hand? (zie kader 2) gaf aanleiding tot intensieve discussie in groepjes. Ook de vereenvoudigde kruiswoordpuzzel over werk werd met enthousiasme onthaald en het spel waarbij de dobbelsteen bepaalde welke vraag er beantwoord moest worden (kader 4). De opdracht om op internet naar de website www.werk.nl te gaan en een CWI in de buurt te zoeken was echter het meest succesvol (zie kader 3). Een van de cursisten die pas
| |
| |
Kader 3: Werkblad thema Werk
negen maanden in Nederland was en niet goed kon lezen en schrijven, vond een vacature in de thuiszorg die ze leuk vond. Ze reageerde, solliciteerde en werd aangenomen, ondanks haar geringe lees- en schrijfvaardigheid, maar dankzij haar geweldige zelfredzaamheid.
| |
Feedback
Hoe staat het met de feedback bij e-learning?
Na elke vraag over het inleidende filmpje kan de cursist een antwoord kiezen en op de knop ‘verstuur’ drukken. De cursist krijgt dan te zien of het antwoord goed of fout was en kan daarna nog een poging doen. Bij de nazegzinnen, die er ook toe behoren, bestaat die mogelijkheid niet. Wel wordt de zin nog een keer herhaald. Juist het nazeggen van zinnen is een belangrijk onderdeel van de Toets Gesproken Nederlands en het is echt jammer dat hier niet meer feedback mogelijk is.
Kader 4: Werkblad thema Werk: dobbelsteenspel
Wel kan de docent na afloop zien hoeveel procent van de oefeningen gemaakt is en hoeveel fouten er gemaakt zijn.
| |
Bruikbaarheid voor alfa's
Is het programma nu ook bruikbaar voor andere alfa-groepen?
De filmpjes zijn het meest geschikt voor gebruik in lagere alfa-groepen als inleiding op thema's bij mondelinge vaardigheden. Het andere materiaal voor een klein gedeelte wel, maar als je het niet in z'n geheel kunt gebruiken, gaat de kracht ervan toch verloren. Laten we maar wachten op een multimediale, geïntegreerde alfa-methode.
| |
Informatie
Klaar voor de start is een programma van ITpreneurs (info@itpreneurs.nl) en is ontwikkeld in samenwerking met ITTA te Amsterdam en ROC Mondriaan te Den Haag.
|
|