Alfa-Nieuws. Jaargang 12
(2009)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermdOnder de loepAlfabetisering NT2: wie, wat en hoe lang duurt het?
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beeld vragen over intensiteit, gebruikt materiaal, groepssamenstelling, werkvormen, verdeling van de tijd of het bijhouden van vorderingen. De gegevens zijn verzameld in negen verschillende ROC's in Nederland. In het eerste deel van dit onderzoeksverslag wordt een beeld geschetst van wie de cursisten en de docenten zijn en hoe het onderwijs er uitziet. Daarnaast wordt een zo realistisch mogelijk beeld gegeven van de leerlast voor de drie alfaniveaus A, B en C. Het tweede deel van dit verslag volgt in het volgende nummer van ALFA-nieuws. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wie zijn de alfabetiseringscursisten?Van 322 cursisten die in de periode 2008-2009 onderwijs volgden zijn achtergrondgegevens verzameld. Voor het merendeel (ongeveer 80%) zijn dat vrouwen. De leeftijd van de cursisten varieert van 17 tot 67. Ongeveer de helft van de cursisten is ouder dan 40 jaar, ongeveer 20% is ouder dan 50. De cursisten zijn afkomstig uit 37 verschillende landen, waarvan de meeste uit Marokko, Turkije, Afghanistan, Irak en Somalië. Marokko is met een aandeel van 37% koploper. In de categorie ‘overig’ van figuur 1 horen ondermeer landen als Ghana, de Dominicaanse Republiek, Eritrea, Thailand, Sierra Leone, Nigeria en China thuis.
Figuur 1: Alfa NT2-cursisten verdeeld naar land van herkomst
Circa 60% van de cursisten is in het land van herkomst nooit naar school geweest. Ongeveer 30% heeft in het land van herkomst 2-5 jaar basisonderwijs gevolgd en een klein percentage meer dan 6 jaar. De andersalfabeten (cursisten die wel hebben leren lezen en schrijven) hebben dat geleerd in een ander schrift dan het Latijnse, bijvoorbeeld in het Arabisch, Chinees, Thais, of het Ge'ez, een schrift dat in Ethiopië en Eritrea gebruikt wordt. Gemiddeld zijn de cursisten op het moment van het onderzoek ongeveer 10 jaar in Nederland; 30% is minder dan 5 jaar hier en 20% meer dan 20 jaar. Een groot deel van de cursisten (85%) heeft kinderen, variërend van een tot tien (dat laatste komt eenmaal voor). Contact met Nederlandstaligen is gemiddeld matig; van ongeveer 14% wordt geconstateerd dat ze veel contact hebben, van 52% weinig. In de meeste gezinnen (58%) wordt geen Nederlands gesproken. Het mondeling startniveau is volgens opgave van de docenten bij iets meer dan de helft van de cursisten o (53%). Toch kwam een redelijk percentage de cursussen binnen met een mondeling niveau al op weg naar A1 (23%) of zelfs A1 of hoger (23%). Iets meer dan driekwart van de cursisten (82%) had schriftelijk een startniveau van o. Meer dan de helft van de cursisten is inburgeringsplichtig volgens de inburgeringswet. Een deel hiervan is, nadat zij al een cursus volgden, alsnog aangemerkt als voorinburgeringsplichtig en een deel is door de gemeenten aangemeld. Rond de 40% van de alfacursisten is niet verplicht in te burgeren. Zij hebben zichzelf aangemeld. Het merendeel van de cursisten heeft geen werk in Nederland (87%). Degenen die wel werk hebben zijn iets vaker mannen dan vrouwen. Maatschappelijke participatie en OGO zijn de twee meest genoemde uitstroomperspectieven (respectievelijk 35% en 22%). Voor mannen wordt relatief vaak ‘werk’ als uitstroomperspectief genoemd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wie zijn de alfabetiseringsdocenten?Van in totaal 50 verschillende docenten zijn achtergrondgegevens verzameld. Het zal waarschijnlijk de meeste lezers van ALFA-nieuws niet verbazen: alfabetiseringsdocenten zijn over het algemeen vrouwen die al een tijdje meegaan in dit werkveld. 83% van de docenten is vrouw, de gemiddelde leeftijd is 52 jaar, de jongste is 22 jaar en de oudste 64; 5 docenten zijn jonger dan 45 jaar. 42 van de docenten hebben Nederlands als moedertaal. De rest heeft Turks, Arabisch, of 2 talen als moedertaal. In totaal 19 docenten (40%) hebben pabo als vooropleiding, waarvan 27% naast de pabo nog een andere opleiding heeft gevolgd. 12 docenten (25%) hebben een andere hbo-opleiding achter de rug, 7 docenten (15%) hebben een MO- of een universitaire talenopleiding gevolgd en nog eens 8 docenten (17%) een andere MO- of universitaire opleiding. Van de docenten heeft 73% een specifieke NT2-scholing gevolgd, vooral urgentieopleiding, post-hbo of specifieke trainingen. 27% heeft geen specifieke NT2-scholing. Een iets lager percentage van de docenten, 49%, heeft op de een of andere manier specifieke nascholing gevolgd op het gebied van alfabetisering NT2, vooral in de vorm van studiedagen of modules binnen de post-hbo-opleiding. Gemiddeld hebben de docenten 15 jaar ervaring als NT2-docent, variërend van 1 tot 30 jaar en 10 jaar als alfabetiserings-docent, met eveneens een range van 30 jaar. Iets meer dan 50% van de docenten geeft aan geen van de moedertalen van de cursisten te beheersen, ongeveer 45% zegt enige beheersing van een of meer- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dere moedertalen van de cursisten te hebben. Daarbij worden meerdere keren Arabisch, Turks, Engels, Frans en Spaans genoemd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoe ziet het alfabetiseringsonderwijs eruit?Gemiddeld zitten er ongeveer 11 tot 12 cursisten in een groep en de groepen zijn voor het merendeel (meer dan 80%) heterogeen wat betreft mondeling en schriftelijk niveau, uitstroomperspectief en land van herkomst. Meer dan 70% van de groepen is heterogeen qua sekse, maar het feit dat sommige groepen uit alleen vrouwen bestaan, kan ook te maken hebben met het veel grotere aantal vrouwen in alfagroepen. Meestal geven twee docenten een groep les, is er geen assistent aanwezig en kunnen cursisten in meer dan de helft van de gevallen regelrnatig (elke week of elke maand) instromen. De gemiddelde aanwezigheid van cursisten wordt geschat op rond de 80%, minder dan 60% aanwezigheid wordt slechts één keer genoemd. Er worden veel verschillende alfabetiseringsmetbodes genoemd. De bodymethode die het meeste wordt gebruikt voor alfabetisering is Alfa Flex of een combinatie van Alfa Flex met andere methoden (zie figuur 2).
Figuur 2: Bodymethoden gebruikt in Alfa NT2-groepen
Andere kenmerken van het Alfa-NT2 onderwijs zijn:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wat is de leerlast?Hoeveel tijd kost het om het lezen en schrijven in een tweede taal onder de knie te krijgen? Voor de groep Alfa NT2-cursisten is lezen en schrijven niet het enige dat ze moeten leren. Ook mondeling moeten ze de taal verwer- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven. Op beide terreinen worden inspanningen van de leerder verwacht en het onderwijs besteedt ook aan beide terreinen aandacht en tijd. Dit onderzoek richt zich alleen op de schriftelijke vaardigheden binnen het totale taalverwervingsproces. De werkwijze bij het meten van de
Deze worden afgezet tegen het aantal maanden en uren dat de cursist les heeft gehad. De berekeningen zijn gemaakt voor alle cursisten die gestart zijn op schriftelijk niveau o. Daarbij wordt een uitsplitsing gemaakt naar:
Voor het meten van de leerlast is het van belang dat de niveaus eenduidig zijn vastgesteld. De niveaus zijn gemeten met Voortgangstoets Alfa van Cito. Op basis daarvan kunnen de niveaus Alfa A, Alfa B, en Alfa C van het raamwerk alfabetisering NT2 aan worden geduid. De docenten bepalen op welk niveau ze hun cursist toetsen voor lezen en schrijven, dat wil zeggen welk toetsboekje ze voorleggen. De uitslagen kunnen als volgt zijn:
Bij de aanduiding van de leerlast in dit artikel wordt alleen gekeken naar verschillen tussen analfabeten en andersalfabeten. Er wordt geen rekening gehouden met andere factoren zoals cursistkenmerken (bijvoorbeeld mondeling startniveau), onderwijskenmerken (bijvoorbeeld gebruik van portfolio) of docentkenmerken (bijvoorbeeld scholing van docenten). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van het totaal aantal informanten zijn we, om een eerlijke vergelijking te kunnen maken bij het berekenen van de leerlast, alleen uitgegaan van de cursisten die op o-niveau schriftelijke vaardigheden zijn gestart. Bij het interpreteren van de gemiddelde leerlast is het belangrijk te weten dat de groepen zijn samengesteld uit een zeer gevarieerd publiek, zoals ook boven al is beschreven: jong en oud, snel, langzaam en zeer langzaam lerend. De minimum en maximum leerlast lopen steeds erg uit elkaar. Het is belangrijk te weten waar het gemiddelde ligt, maar een individuele cursist kan er niet op afgerekend worden. Om niveau C te halen loopt het aantal benodigde uren van minimaal 155 tot maximaal 2150 uur. Om op weg te zijn naar lezen Alfa A zijn gemiddeld 864 uren nodig en om A te halen 842. Om Alfa B te halen 1011 uren en om C te halen 867. Om op weg te zijn naar schrijven Alfa A zijn gemiddeld 771 uren nodig en om A te halen 929 uren. Om B te halen 790 uren en om schrijven C te halen 961. De variatie is groot. Sommige cursisten halen niveau Alfa C in minder uren dan anderen nodig hebben om Alfa A te halen. In de tabel wordt de groep gesplitst in analfabeten en andersalfabeten. Daarvan zijn ook afzonderlijk de uren af te lezen die gemiddeld nodig zijn om een niveau te halen. Daarnaast zijn er 13 cursisten die gemiddeld na 697 uur bij lezen nog niet op weg zijn naar niveau Alfa A. Bij schrijven komt dat niet voor.
Wanneer cursisten verdeeld worden in groepen op basis van hoeveel les ze hebben gehad, ontstaat een duidelijk beeld van de aantallen mensen die een bepaald niveau halen. In figuur 3 is duidelijk te zien dat de meerderheid van de cursisten niveau Alfa C niet gehaald heeft, maar ook dat sommige mensen dat al na 600 uur halen. Anderen zijn na meer dan 1200 uur les nog steeds op weg naar Alfa A.
Wanneer de cursisten uitgesplitst worden in twee leeftijdsgroepen, beneden de 40 jaar en boven de 40 jaar, dan blijken de oudere cursisten steeds meer tijd nodig te hebben om een niveau te halen. Gemiddeld hebben ze ongeveer 150 uur meer nodig, variërend van 100-300. Alleen om bij schrijven ‘op weg naar Alfa A’ te halen, hebben oudere cursisten iets minder tijd nodig dan jongere cursisten. Kortom, analfabeten hebben meer tijd nodig dan andersalfabeten, en oudere cursisten meer dan jongere, maar voor de rest is er heel veel variatie in de tijd die het cursisten kost om een bepaald niveau te halen voor lezen en schrijven.
Figuur 3: Aantallen behaalde niveaus ‘lezen en schrijven’ verdeeld over periodes onderwijs
|
|