Alfa-Nieuws. Jaargang 11(2008)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Verhaal in de klas Hoe Kantjil de tijger versloeg Kantjil was een prachtig hert. Hij was klein, mooi en heel lenig. Kantjil leefde in het woud, samen met heel veel andere dieren. In het moeras was een mooie plek. Daar zat veel zout in de grond. De dieren van het woud kwamen daar graag. Dan likten ze aan de zoute bodem. Want de dieren vonden dat lekker. Op een dag kwam er een grote, dikke tijger. Die kwam in hun buurt leven. De tijger ging niet meer weg. Elke dag ging hij op jacht. Dan maakte hij een paar dieren dood en at ze op. De dieren durfden niet meer naar het moeras. ‘Dan komt de tijger’, zeiden ze. ‘Die maakt ons dood.’ Ze vroegen Kantjil om raad. ‘Wat moeten we doen, Kantjil?’ vroegen ze. ‘We durven niet meer naar het moeras. Want dan komen we de tijger tegen.’ Kantjil dacht diep na. Toen ging hij naar de tijger. ‘Beste tijger’, zei hij, ‘Wat vind je ervan, als ik je elke dag een lekker stuk vlees breng? Dan hoef je niet meer zelf op jacht.’ De tijger vond dat een goed idee. Kantjil ging weg. Hij ging terug naar de dieren in het woud. Hij zocht een dier om met hem mee te gaan. Maar de dieren durfden niet. ‘Dat doen we niet’, zeiden ze. ‘Want dan eet de tijger ons op.’ [pagina 13] [p. 13] Alleen Koewis, de eekhoorn, durfde wel mee. Kantjil en Koewis gingen op stap. Drie dagen later waren ze weer bijna bij de tijger. ‘Ga gauw de boom in, Koewis’, zei Kantjil. ‘Dan ziet de tijger jou niet.’ Kantjil ging naar de tijger. ‘Sorry, Tijger’, zei Kantjil. ‘Ik kon geen ander dier meebrengen. Daarginds op de weg zit een oude, dikke tijger. Koewis, de eekhoorn, zit op zijn kop. Die tijger laat ons er niet door.’ ‘Wat zeg je?’ riep de tijger, ‘een andere tijger? Is er een tijger in mijn buurt?’ Boos sprong hij op. ‘Vooruit, we gaan,’ zei hij. ‘Ik jaag die tijger wel even weg. Ik zal wel eens laten zien wie hier de baas is.’ Ze gingen op stap. Koewis, de eekhoorn, ging stiekem op de kop van de tijger zitten. De tijger merkte het niet. En Kantjil sprong op zijn rug. Ze kwamen bij een rivier. ‘Let op tijger’, zei Kantjil, ‘kijk eens in het water. Zie je dat? Daar is die oude, dikke, vette tijger.’ De tijger keek in het water. Ja, hij zag het meteen. Daar zat die vette tijger, Met een eekhoorn op zijn kop, precies zoals Kantjil verteld had. De tijger sprong meteen het water in, en vloog op zijn eigen spiegelbeeld af. En nooit is hij meer uit het water gekomen. Illustratie: Conny van der Neut Vorige Volgende