Kanttekening voor Alfa-docenten
Wat betreft kinderen en vmbo-leerlingen hebben Van den Berg en collega's ongetwijfeld gelijk. ALFA-nieuws vroeg zich echter af of deze bevindingen ook gelden voor onze doelgroep van volwassenen in alfabetiseringstrajecten. Voor deze beginnende lezers moet je waarschijnlijk nog met een paar andere dingen rekening houden. Voor hen is het bijvoorbeeld juist wel heel belangrijk dat zinnen niet te lang zijn. Rein Cozijn van de Universiteit van Tilburg deed voor zijn promotie-onderzoek een soortgelijk onderzoek als dat waarover Van den Bergh berichtte, maar in zijn geval met studenten als proefpersonen. Hij was benieuwd of dezelfde gedachtegang (coherentie wordt gemakkelijker begrepen dan fragmentatie) ook op zou gaan voor leerlingen in het basisonderwijs. Er werd daarom vergelijkbaar vervolgonderzoek uitgevoerd met leerlingen uit het basisonderwijs. Wat bleek: de gedachtegang van Cozijn en ook van Huub van den Bergh bleek over het algemeen wel op te gaan voor leerlingen vanaf ongeveer groep zes (na minstens drie jaar leesonderwijs), maar niet voor kinderen in de onderbouw, van de groepen vier en vijf. Kennelijk is voor de beginnende lezers het aantal woorden dat tegelijk overzien moet kunnen worden nog wel degelijk aan beperkingen onderhevig (bijvoorbeeld niet meer dan zes woorden). Dit geldt overigens ook voor het aantal complexe woorden. Voor een groot deel van de doelgroep van Alfabetiseringsdocenten zal het niet anders zijn. In die zin is de beginnende lezer toch nog wat anders dan een zwak lezende vmbo-leerling die ten minste zeven jaar leesonderwijs achter de rug heeft. Die is meestal nog volop bezig met het traag decoderen van de geschreven woorden, moet die even vasthouden in het geheugen om vervolgens betekenis te kunnen geven aan de zin. Voor die doelgroep is het maken van korte zinnen dus wel degelijk essentieel. Overigens betekent dat niet per definitie dat coherentie zou verdwijnen.
Het is alleen meer zoeken naar goede manieren om de coherentie vorm te geven. Een lange zin simpelweg in mootjes hakken met weglating van het voegwoord is weliswaar een eenvoudige oplossing, maar niet altijd de beste. Fragmenteren en de coherentie proberen te houden, dat is de kunst. Vereenvoudigde teksten voldoen niet altijd aan dat laatste criterium.