Alfa-Nieuws. Jaargang 11
(2008)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |||||||||||||
Onder de loepDeel 2
|
• | geen of onvoltooide basisschool in het land van herkomst; |
• | niet of onvoldoende gealfabetiseerd zijn in de eigen taal of in het Nederlands; |
• | voldaan hebben aan de inspanningsverplichting. |
Als kandidaten in aanmerking komen en uitgenodigd worden voor het Haalbaarheidsonderzoek, bestudeert de onderzoeker de aangeleverde informatie op het aanmeldingsformulier en de aanvullende vragenlijst. Tijdens het onderzoek zelf wordt eerst informatie over de procedure aan de kandidaat gegeven. Dan volgen de volgende drie stappen:
1 | Door middel van een gesprek wordt het schoolverleden in het land van herkomst en in Nederland geïnventariseerd. |
2 | Door (deel)toetsen wordt onderzocht hoe het niveau van de huidige schriftelijke vaardigheden is. |
3 | De leervaardigheden worden vastgesteld. |
1 Het (verhelderende) gesprek
Onderwijs in het land van herkomst
Wij vragen de kandidaat om zelf te vertellen óf hij en zo ja, hoeveel jaar hij naar school is geweest.Ga naar eind1 Wij stellen vragen over de moedertaal en de eventuele schooltaal. Wij vragen na hoe de eventuele schoolervaringen waren en hoe de kandidaat zich heeft kunnen redden zonder voldoende schriftelijke vaardigheden. Ging het om een ander alfabet? Was de schooltijd onderbroken? Was er alle seizoenen school? Kon men meekomen met de gemiddelde leerling in de klas?
Voorbeeld rapportage
Meneer G. is in het land van herkomst, Marokko, niet naar school geweest. De oudere broers van meneer hebben wel scholing gehad. De moeder overleed echter jong, en in verband hiermee mocht of kon hij niet naar school gaan. Meneer heeft Berbers als moedertaal. Hij begrijpt en spreekt een beetje Arabisch.
Mevrouw H. is op circa achtjarige leeftijd met haar familie gevlucht naar Pakistan en heeft daar ongeveer tot haar achttiende jaar in een vluchtelingenkamp gewoond. Zij heeft in
Pakistan geen onderwijs gevolgd. Haar moedertaal is Pashtu.
Meneer M. heeft meer dan 40 jaar geleden onderwijs genoten in Soedan en is redelijk gealfabetiseerd in zijn moedertaal, het Arabisch. Opleiding: niet afgerond basisonderwijs.
Mevrouw A. is in het land van herkomst, Somalië, nooit naar school geweest is en in haar moedertaal, het Somalisch, analfabete. Zij heeft vroeger, toen zij bij haar oma woonde, incidenteel koranonderwijs thuis gekregen, waardoor zij een heel klein beetje Arabisch (alleen in de Koran) kan lezen. Arabisch spreken en schrijven heeft zij niet geleerd.
Onderwijs in Nederland
Om een goed inzicht te krijgen in de voortgang die een kandidaat heeft gemaakt, is een analyse van de inhoud van het in Nederland gevolgde traject nodig. De voortgang in relatie tot de inspanningen die iemand zich getroost heeft, is namelijk een belangrijke factor bij het bepalen van het advies.
Wij krijgen dit overzicht door de gegevens die de school via de kandidaat aan ons heeft toegezonden. De docent of deelnemersbegeleider van de school geeft ons inzage in toetsgegevens en het gevolgde traject. Tevens informeert de kandidaat ons tijdens het onderzoek. Hij vertelt ons over de gevolgde methode, de intensiteit van de lessen, zijn ervaringen en dergelijke. Vaak bekijken wij samen met de kandidaat de methode die hij heeft gevolgd om zo meer inzicht te verkrijgen.
Cursusgegevens
2005 tot heden | taalaanbieder |
soort cursus | inburgering, alfabetisering en NT2 |
intensiteit | tien klokuren per week |
gebruikte methode | Breekijzer 1 en computerles |
presentie | minder dan 80% |
Toetsgegevens
01-05-2006 | Certificaat Inburgering Nieuwkomers; Profieltoets NT2; Alle vaardigheden op weg naar niveau 1; Maatschappij Oriëntatie 20% |
01-04-2007 | Nivor 1.2; Alle vaardigheden op weg naar niveau 1 |
19-01-2008 | Profieltoets NT2 Alfabetisering; op weg naar niveau 1 |
Mevrouw C. is sinds 27-08-2000 in Nederland en heeft, afgezien van enkele lessen in het AZC, sinds 2003 Nederlandse les gekregen. Zij heeft circa anderhalf jaar NT2-lessen gevolgd bij het ROC Utrecht en een jaar bij het IVIO. Zij kwam niet in aanmerking voor een vervolgtraject en heeft om die reden na juli 2007 geen les meer gevolgd. Bij het ROC kreeg mevrouw les uit Breekijzer 1 en bij het IVIO uit de methode IJsbreker 1.
2 Lezen en schrijven in de moedertaal/schooltaal en in het Latijnse schrift.
Lees- en schrijfniveau in de moedertaal/schooltaal
Met de toets Lezen over Grenzen heenGa naar eind2 kan ingeschat worden of de kandidaat geletterd is in de moedertaal en/of de schooltaal. Deze toets is geschreven voor kinderen, jongeren en volwassenen en voorziet in 25 schrifttalen. Men kan hiermee niet het exacte alfabetiseringsniveau in de betreffende taal bepalen, maar wel of een kandidaat in die taal kan lezen. In de handleiding voor de toetsafnemer ziet men steeds een orthografische transcriptie. Dit stelt de toetser in staat te controleren hoe het gesteld is met het lezen. Jammer is wel dat wij met deze toets geen inzicht krijgen in de schrijfcapaciteiten. Hiervoor gebruiken wij dan de woordenschat (schrijf het goede woord bij het plaatje) uit de toets Andere talen, Andere schriften.Ga naar eind3
De toets Lezen over Grenzen heen wijst uit dat hij de letters van het Arabische alfabet niet kan benoemen en woorden ook globaal niet herkent. Meneer beschikt niet over schrijfvaardigheid in het Arabisch.
Meneer M. kent de meeste letters van het Arabische alfabet maar gaat niet systematisch te werk. Hij vergeet meerdere letters. De woorden kan hij in letterclusters lezen en hij kan de woorden vertalen. De korte Arabische
tekst lezen gaat erg moeizaam.
Meneer M. kan wel spellen en synthetiseren. Hij schrijft de Arabische symbolen tekenend en twijfelt of hij rechts of links moet beginnen. Hij kan met moeite enkele korte woorden aarzelend schrijven in de eigen taal, het Farsi. Ook het lezen van eenlettergrepige woorden verloopt aarzelend.
Mevrouw C. kent een aantalletters van het Arabische alfabet, maar zeker niet allemaal. Zij heeft het ‘aftellen’ op de vingers nodig om ze te benoemen. Zij kan twee van de vijf Arabische woorden lezen, spellend en synthetiserend. Daarna kan zij de betekenis in het Nederlands weergeven. Een zin kan zij niet lezen. Korte woorden bij een plaatje schrijven in het Arabisch lukt letter voor letter. Zij twijfelt bij vrijwel elke letter.
Lees- en schrijfniveau in het Latijnse schrift
A Letterkennis
Onderdelen uit de Intaketoets NT2 AlfabetiseringGa naar eind4 worden gebruikt om te kijken in hoeverre er sprake is van receptieve en productieve letterkennis. Ook wordt gekeken of iemand de letters benoemt volgens de naam of juist volgens de klank van de letter. Daarnaast wordt ook kennis van au/ei/oe/eu/ou/ie/ei onderzocht.
Mevrouw C. kan enkele letters goed benoemen, maar de meeste niet. Wanneer het om hoofdletters gaat, komt zij er iets beter uit. Helaas spreekt zij de meeste letters niet goed uit (b als ba, r als ru, s als su en dergelijke). De au/ei/oe/eu/ou/ie/ei kent zij niet.
Meneer M. kan alle letters van het alfabet goed benoemen volgens de klank van de letter. De au/ei/oe/eu/ou/ie/ei worden niet correct benoemd, maar kunnen wel goed aangewezen worden.
B Tempo lezen
De kandidaat leest gedurende twee minuten hardop de woorden van een woordenlijst. Er wordt genoteerd hoeveel woorden goed gelezen worden, en welk type fouten er worden gemaakt.
Meneer M. leest veertien woorden per minuut en leest deze woorden goed. Aan de niet-methode gebonden woorden (7/43) komt hij niet toe. Zijn leestempo ligt daarvoor te laag.
Meneer M. leest dertig woorden per minuut, waarvan er twee fout worden gelezen (woord met -nk en -ns).
C Begrijpend lezen
De kandidaat leest een korte tekst uit de Intaketoets alfabetisering NT2Ga naar eind5 waarin ook enkele meerlettergrepige woorden voorkomen. Na het lezen wordt aan de kandidaat gevraagd om het bij de tekst behorende plaatje aan te wijzen.
Meneer M. kan dit tekstje redelijk lezen, maar bevindt zich duidelijk nog in de spellende fase wat betreft woorden die langer zijn dan één lettergreep. Hij begrijpt het tekstje goed, hij wijst het juiste plaatje aan.
D Schrijven (spelling)
De kandidaat krijgt een dictee van zes woorden. Het gaat hierbij om mkm-en mkmm-woorden.
Dictee: nul goed. Meneer M. begrijpt de instructie niet. Hij gaat opnieuw de woorden van het vorige item naschrijven.
Dictee: twee goed en vier fout. Hij maakt fouten in e/u/a en ‘vergeet’ de eerste letter.
E Functionele vaardigheden; personalia
Mevrouw C. kan de woorden datum, voornaam en achternaam in lettergrepen lezen. Zij vult haar voor- en achternaam correct in; zij noteert letter voor letter. De datum schrijft zij niet correct.
Meneer M. kan de woorden datum, voornaam en achternaam alleen met hulp lezen. Hij kan zijn personalia niet uit het hoofd, maar wel naschrijven.
F Tempo schrijven
Hiervoor wordt een van de teksten gebruikt die in het kader van de eventuele overstap van ANT2 naar NT2 voor dit onderdeel zijn samengesteld door het ROCvA. De kandidaat schrijft gedurende drie minuten een aantal zinnen na. Hierbij wordt, naast het schrijftempo, ook gekeken naar de schrijfmotoriek het handschrift, de leesbaarheid en het al dan niet naschrijven van de leestekens.
Meneer M. kopieert 15 letters per minuut en vergeet enkele letters. De schrijfmotoriek is ongeoefend.
Meneer M. kopieert 29 letters per minuut. Hij gaat aarzelend te werk, schrijft letter voor letter na. Hij past goed de spaties tussen de woorden
toe, maar de lettervorming is inconsequent. Het geheel is leesbaar.
3 Leervermogen
Het toetsen van de leervaardigheden van de kandidaat is van belang omdat het advies niet slechts een momentopname mag zijn, maar ook een voorspelling op langere termijn (vanaf de datum van onderzoek tot vijf jaar daarna) moet behelzen.
Wij gebruiken de toets Leerondersteunende VaardighedenGa naar eind6 en hanteren de officiële norm behorende bij deze toets (0-12 langzaam traject, 13-17 gemiddeld/normaal traject, 18-25 snel traject).
score | 14 (maximaal 25) |
instructie | gemiddeld |
werktempo | hoogGa naar voetnoot* |
Voorbeeld 1 (Profiel 1)
Mevrouw M. is 51 jaar en heeft in het land van herkomst, Marokko, geen onderwijs genoten. Zij is sinds 1979 in Nederland. Zij heeft de zorg voor vijf kinderen in de leeftijd van 10 tot 21 jaar. Mevrouw M. heeft geen contact met Nederlanders. Zij beschikte bij aanvang van het traject niet over schrijfmotorische vaardigheden, ze kende de notatie van de getallen niet en de mondelinge vaardigheden bevonden zich onder niveau A1.
• LOV: De score op de toets Leerondersteunende Vaardigheden is laag. Zij heeft veel herhaling van de instructie nodig en zij laat een laag werktempo zien.
• Het huidige niveau: Dit is op basis van de afgenomen toetsen: Alfa B voor lezen, Alfa A voor schrijven.
• Traject: Zij heeft gedurende drie jaar vier dagdelen alfabetiseringslessen gevolgd.
Advies: Niet-haalbaar.
Voorbeeld 2 (Profiel 2/3)
Mevrouw M. is 27 jaar en heeft in het land van herkomst, Egypte, vier jaar basisonderwijs genoten. Zij is sinds 1999 in Nederland. Zij heeft de zorg voor twee kinderen van vier en zes jaar. Mevrouw M. heeft regelmatig contact met Nederlanders. Zij beschikte bij aanvang van het traject over schrijfmotorische vaardigheden en tevens over schriftelijke vaardigheden in het Arabisch, maar gebruikt deze vaardigheden in het dagelijks leven niet. Zij kende bij aanvang van het traject het Latijnse schrift niet.
• LOV: De score op de toets Leerondersteunende Vaardigheden is hoog. Zij heeft nauwelijks herhaling en instructie nodig en zij laat een hoog werktempo zien.
• Het huidige niveau: Dit is op basis van de afgenomen toetsen: beheersing Alfa C voor lezen en voor schrijven. Bij doortoetsing op de NT2-toetsen lezen en schrijvenGa naar eind7 blijkt dat zij met deze toetsen uit de voeten kan, zij begrijpt schriftelijke instructie en kan weliswaar met wat fouten een zin aanvullen. Zij kan alle opgaven binnen de maximale tijd maken. Zij scoort op deze toetsen A1 voor beide vaardigheden.
• Traject: Zij heeft gedurende anderhalf jaar drie dagdelen alfabetiseringslessen gevolgd.
Advies: Haalbaar.
Advies: haalbaar of niet-haalbaar?
Als basis voor het advies dienen de door De Voortwijzer vastgestelde leerderskenmerken. Deze zijn bepalend voor het al of niet kunnen behalen van niveau A2. Daartoe worden ANT2 cursistprofiel 1, cursistprofiel 2 en cursistprofiel 2/3 (= gedeeltelijk, niet voldoende anders-gealfabetiseerd) onderscheiden. Voor elk van deze profielen is een matrix ontwikkeld met betrekking tot het advies haalbaar of niet-haalbaar.
Het gaat om de volgende leerderskenmerken:
• | aantal jaren basisonderwijs (Latijns schrift of ander schrift) in het land van herkomst, |
• | leeftijd; |
• | mate van taalcontact in het Nederlands; |
• | (voor-)schoolse vaardigheden; |
• | voorgeschiedenis van het (A)NT2 traject. |
Aan de hand van het vastgestelde profiel, het resultaat van en de observatie
tijdens de toets Leerondersteunende vaardigheden in combinatie met het resultaat van de lees- en schrijftoetsen kan de haalbaarheid of niet-haalbaarheid worden vastgesteld.
Na het opstellen van het advies leest een tweede beoordelaar het dossier en het opgestelde advies. Er vindt overleg plaats en er wordt bekeken of de criteria juist zijn toegepast en het advies voldoende is onderbouwd. Ten slotte wordt een verklaring opgesteld en samen met het advies wordt dit binnen vier weken aan de kandidaat opgestuurd.
Met het advies ‘niet-haalbaar’ en een verklaring van de IB-groep dat hij voor de Toets Gesproken Nederlands geslaagd is, kan de kandidaat naar zijn gemeente om een naturalisatieverzoek in te dienen. Het advies ‘haalbaar’ wil zeggen dat de kandidaat in staat wordt geacht niveau A2 te halen binnen een termijn van 5 jaar.
Opmerking: De kandidaat kan zich alleen via het formulier 2.28 aanmelden bij De Voortwijzer. Dit is verkrijgbaar bij de gemeente.
- eind1
- Overal waar naar een kandidaat verwezen wordt met hij wordt ook zij bedoeld.
- eind2
- Lezen over Grenzen heen. CED-groep (Partners).
- eind3
- Deze bladen Eigen schriftsoort vormen een supplement bij de Intaketoets Alfabetisering NT2, 1994, ICE.
- eind4
- Letterkennis en deelvaardigheden met betrekking tot technisch lezen en schrijven. Bureau ICE, 2000.
- eind5
- Een leestekst uit de Intaketoets Alfabetisering NT2-lezen, ROC-toets 2. Bureau ICE, 1994.
- eind6
- Toets Leerondersteunende Vaardigheden; Bureau ICE.
- voetnoot*
- Mevrouw M. gaat na elk voorbeeld en uitleg snel aan het werk. Daarbij kijkt zij niet altijd goed naar alle mogelijke antwoorden.
- eind7
- Intaketoetsen NT2 beginners lezen en schrijven. ICE.