| |
| |
| |
Werk in utvoering
Op klassenbezoek in Virginia
Susanna Strube/Leiden
Eind oktober bezocht Susanna Strube, toen ze voor de LESLLA-conferentie in de Verenigde Staten was, twee centra voor basiseducatie in Virginia. In deze bijdrage vertelt zij wat ze zoal zag en hoorde in de NT2-klassen voor laagopgeleide leerders van het Engels als tweede taal.
Eind oktober ging ik naar de Verenigde Staten om deel te nemen aan een conferentie over laagopgeleide tweede-taalleerders, de tweede LESLLA-conferentie
(zie ook het artikel van Danielle Boon, elders in dit nummer). De conferentie werd dit jaar georganiseerd door het Virginia Adult Resource Center in samenwerking met de Virginia Commonwealth University in de historische hoofdstad van Virginia, Richmond. Ik was gelukkig ook in de gelegenheid om twee scholen, waar Engels als tweede taal en alfabetisering gegeven wordt, te bezoeken. Beide scholen hebben een goede reputatie, maar zijn verschillend georganiseerd.
| |
Arlington
De eerste school die ik bezocht was REEP in Arlington, een district aan de Potomac tegenover de hoofdstad Washington D.C. REEP staat voor ARlington Education Employment Program en richt zich zowel op scholing van Engels als tweede taal als op werk. In 1976 opende de school voor het eerst haar deuren. Toen was het programma alleen gericht op Indo-Chinese vluchtelingen. Nu is REEP een school voor alle buitenlanders die
| |
| |
Engels willen leren.
De cursussen zijn vooral bestemd voor de inwoners van Arlington. De school wordt door verschillende overheidsinstanties en met donaties gesubsidieerd. Daarnaast betalen de cursisten ook schoolgeld. Die kosten kunnen variëren van $ 30 (± € 23) voor niet-intensieve cursussen van 40 uur tot $ 230 (± € 175) voor een intensieve cursus van 180 uur (15 uur per week voor 12 weken). Beurzen van $ 35 (± € 27) zijn beschikbaar voor ouders met kinderen op openbare scholen in Arlington.
Cursisten die buiten Arlington wonen en werken mogen ook deelnemen aan deze cursussen, maar betalen meer. Per jaar staan rond de 6000 cursisten bij REEP ingeschreven.
| |
Cursisten
Net zoals in de ROC's in Nederland komen de cursisten uit de hele wereld. Ze zijn tussen de 18 en plusminus 60 jaar en hebben een vooropleiding in eigen land variërend van geen enkele scholing tot meer dan 16 jaar onderwijs. Van de cursisten in het REEP-programma is ongeveer 25% analfabeet en/of beginnende tweede-taalleerder. Meer dan 80% heeft een baan en volgt de cursus in de vrije tijd. De meeste cursisten die ik heb ontmoet, waren afkomstig uit Mexico en Spaanssprekende landen in Zuid-Amerika.
| |
Leertraject
De REEP-school verzorgt vaste trajecten met vastgestelde doelen. Er zijn verschillende cursussen van intensief (10-15 lesuren per week) tot niet intensief (2 uur per week) op zes locaties. De inschrijving (en betaling) is telkens per cursus. Dit betekent dat een intensief traject van een jaar rond de $ 767 (⊥ € 587) kan kosten. Het leerprogramma richt zich voornamelijk op het opbouwen of versterken van algemene leesvaardigheid, lezen op het werk, schrijven (vooral het invullen van formulieren) en gespreksvaardigheid. Hierbij wordt ook veel aandacht aan ‘life skills’ of competenties gegeven. Kenmerkend voor de intensieve programma's zijn de zogeheten ‘pull-out’-lessen. Aan deze lessen nemen telkens twee tot vier cursisten deel voor extra ondersteuning bij het leren, vooral de schriftelijke vaardigheden.
| |
Docenten
Zeer opvallend is de grote inzet en steun van vrijwilligers als volwaardige leerkrachten. Voordat iemand les mag gaan geven moet eerst een training gevolgd worden van gemiddeld 7 tot 12 lessen. Ook moet een vrijwilliger zich voor minstens een jaar aan de school verbinden. In het trainingsprogramma worden algemene onderwerpen behandeld zoals de volwassen leerder, les geven aan volwassenen, laagopgeleiden en plaatsing in een programma.
Daarnaast komen ook specifieke onderwerpen aan de orde zoals leren lezen en schrijven, strategieën voor het spreken en luisteren en de lesopbouw. Wie zijn deze vrijwilligers? Uit de gesprekken met enkele vrijwilligers kwam het volgende beeld naar voren. Vaak zijn het gepensioneerden, soms gaat het om mensen die zelf nog geen werk hebben of die nieuw zijn in de omgeving. Over het algemeen zijn ze bovengemiddeld opgeleid, vaak zelfs universitair geschoold, meestal zijn het vrouwen en over het algemeen zijn ze zeer toegewijd. Soms leidt dit vrijwilligerswerk ook tot vast betaald werk binnen het vakgebied.
Bij REEP worden alle ‘pull-out’-lessen gegeven door vrijwilligers die volledig verantwoordelijk zijn voor het programma en de voortgang van de cursisten.
| |
Charlottesville
De tweede school lag in het prachtige heuvellandschap ten noordwesten van Richmond in het stadje Charlottesville. De school in Charlottesville (Literacy Volunteers of Charlottesville/Albermarle) vraagt - in tegenstelling tot REEP - geen eigen bijdrage van cursisten. Fondsen worden verkregen door donaties van corporaties, de plaatselijke gemeenschap en de staat. Al vanaf 1983 wordt op deze school gratis individueel lesgegeven aan volwassenen die aan hun schriftelijke en mondelinge taalbeheersing willen werken met als doel hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.
| |
| |
Cursisten in Virginia
Er wordt aan meer dan 200 cursisten per jaar lesgegeven. De leerkrachten zijn allemaal getrainde vrijwilligers.
| |
Cursisten
De cursisten in deze school zijn qua achtergrond vergelijkbaar met die in Arlington: laagopgeleid, vooral afkomstig uit Midden- en Latijns-Amerika, variërend in leeftijd en doorgaans met een baan.
| |
Leertraject
Omdat de lessen allemaal individueel zijn, richt iedere docent in de school van Charlottesville zich op de wensen van de betreffende cursist. Een les duurt twee tot drie uur per keer met twee tot drie lessen per week, afhankelijk van de wensen van de cursist en de beschikbare tijd van de docent. Per les wordt de tijd verdeeld tussen werk achter de computer en les met de docent.
Docent en cursist worden eerst gescreend om te zorgen dat ze zo goed mogelijk bij elkaar passen.
| |
Docenten
De docenten hier zijn, zoals gezegd, vrijwilligers. Ook hier moet eerst een training gevolgd worden en moet een vrijwilliger zich minstens een jaar beschikbaar stellen om les te geven.
Ook hier zijn de meeste vrijwilligers relatief goed opgeleid en vaak al wat ouder. Van de docenten die ik gesproken heb, was er één een gepensioneerde advocaat terwijl de ander lerares was geweest.
| |
Een kijkje in de les in Arlington
Op de REEP-school in Arlington mocht ik een kijkje nemen in de klas. De klas was, zo werd mij verteld, een intensieve beginnersgroep alfabetisering. De groep bestond hoofdzakelijk uit Spaanssprekende cursisten. Het niveau lag veel hoger dan wat ik hier in Nederland gewend was van een beginnersgroep alfabetisering NT2. Je zou de groep van REEP kunnen vergelijken met cursisten van een KSE 1 en 2- niveau in Nederland. Twee keer gedurende de ochtend dat ik er was, werden er cursisten uit de les gehaald voor een zogenaamde ‘pull-out’-les van een half uur.
Het leslokaal zag er uit zoals vele leslokalen in Nederland: een schoolbord, allerlei posters, lesattributen en verschillende kaarten aan de muur. Boven het bord hing het alfabet met de hoofdletters en kleine letters. Er was ook een televisie met videomogelijkheid. Die ochtend zaten er 23 cursisten verspreid over zes tafels.
| |
Dictee
Toen ik binnenkwam, was de docent net met de afronding van een dictee bezig. Dit was haar dictee: Yesterday was October 29, 2006. Today is October 30, 2006. Tomorrow will be October 31, 2006.
Ter afronding en controle stelde zij enkele vragen zoals: hoeveel zinnen
| |
| |
zijn er? Wat komt aan het eind van de zin? Eindigen jullie zinnen met een punt? Welke woorden beginnen met een hoofdletter? Waarom? Beginnen jullie zinnen met een hoofdletter?
Klopt de informatie van de zinnen?
Vervolgens vroeg de docent of drie cursisten de zinnen op het bord wilden schrijven. Weer werden dezelfde algemene vragen gesteld. Een paar cursisten werd gevraagd om een paar woorden te spellen. De docent ging overigens niet rond om de zinnen die de cursisten opgeschreven hadden te controleren. In plaats daarvan vroeg zij ettelijke malen: zijn jouw zinnen goed?
Waarop de cursisten volmondig ant-woordden: ja! Het lesgeven was nogal frontaal vond ik en er werden weinig individuele beurten gegeven. De cursisten riepen vaak door elkaar het antwoord wanneer de docent een vraag stelde. De sfeer was wel erg ontspannen en spontaan.
| |
Do you work?
Later in de les werd er gewerkt aan een spreekoefening met als openingsvraag: do you work? en met de mogelijkheid voor de cursisten om met een kort of lang antwoord te reageren. Dat wil zeggen: het korte antwoord bestond uit yes of no, het lange antwoord uit
Fragment uit ESL Literacy (Yvonne Wong Nishio, uitgever: Longman).
Eerst oefenden de cursisten de vragen en antwoorden met hun tafelgenoten en vervolgens met de andere cursisten. Daarbij moesten ze ook de naam van de cursist en het gegeven antwoord opschrijven. Blijkbaar gaf deze oefening
| |
| |
geen probleem. De cursisten gingen vlot aan het werk. De docent mengde zich niet in de oefening en controleerde ook niet wat de cursisten opschreven. Zij volgde wat er gebeurde vanaf haar tafel. Herhaaldelijk vroeg ze aan de cursisten: wat heb je bovenaan de bladzijde geschreven? Hoeveel namen heb je op je papier? Als laatste werd de oefening uitgebreid met een oefening over de derde persoon, door een derde cursist mee te laten doen aan de oefening. Dat werd aan het slot ook door drie cursisten voorgedaan voor de klas. Dat ging als volgt:
A: Do you work?
B: (geeft antwoord)
C: (vraagt aan A) Does he/she work?
A: (geeft antwoord)
De docent praatte veel over de vorm van de taal zonder in te gaan op grammaticale details. Ik had overigens de indruk dat de mondelinge beheersing van het Engels van de groep veel hoger lag dan dat wat hier geoefend werd.
| |
De ‘pull-out’-klas
Gedurende de les die ik bijwoonde, werd er twee maal een ‘pull-out’-les gehouden van een half uur. De docent was een vrijwilligster met veel ervaring in alfabetisering in Afrika. De nadruk in de lessen die zij gaf lag voorname-
lijk op de technische aspecten van alfabetisering: klank-lellerkoppeling, lezen en schrijven. In een van de lessen werden bijvoorbeeld enkele medeklinkers besproken die in het Engels met meerdere letters geschreven worden zoals - ng, sh- and - ck. Als huiswerk kregen de cursisten een invuloefening mee die hierop gebaseerd was. De les werd afgesloten met een traktatie. Een mandje met minirepen ging rond. Ik vroeg de docent of er die dag iets speciaals was. Dat bleek niet zo te zijn. Na iedere ‘pull-out’-les worden de cursisten getrakteerd om hen te stimuleren naar de les te komen en ze een positief gevoel te geven over de lessen. Dat zie ik bij ons in Nederland nog niet gebeuren.
In de tweede ‘pull-out’-groep werd gericht gewerkt aan de uitspraak van /v/ en /f/ met gebruik van speciale kleine spiegels. Om het verschil in uitspraak duidelijk te maken werd ook gebruikgemaakt van de moedertaal van de cursisten, Spaans. Verder werd er geoefend met het alfabet en de klanken van de letters. Als huiswerk moesten de cursisten voor iedere letter van het alfabet een woord opschrijven. Aan het eind van de les ging weer het mandje met snoep rond.
| |
Ten slotte
Zo'n kijkje in de les is natuurlijk maar een momentopname. Bij het napraten met enkele docenten vroeg ik ook naar het lesprogramma en het lesmateriaal. Wat ik gezien heb was voornamelijk gericht op het leren lezen en schrijven, waarbij de mondelinge vaardigheden vooral als ondersteuning fungeerden. In vergelijking met de methodes die hier in Nederland zijn ontwikkeld voor de schriftelijke vaardigheden (7/43, Alfa-flex en Alfa) was het materiaal in Virginia creatiever in werkvormen en speelser in de presentatie (lay-out). Maar wat mij het meest opviel was het ontbreken van een bepaalde methode als rode draad voor het programma, zoals in Nederland gebruikelijk is. Er wordt van alles ingezet om maar het algemene doel te bereiken. De docent is dus kennelijk de rode draad. De docenten van REEP leken zeer goed voorbereid op hun taak. Maar wat alfabetiseringsdocenten in Nederland en de Verenigde Staten gemeen hebben, is hun enthousiasme en gedrevenheid.
Dat is waarschijnlijk inherent aan het vak.
|
|