Alfa-Nieuws. Jaargang 10(2007)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] De krant in de klas De rijke man en de slimme verkoper Jan de Wit woont in een klein dorp. Hij is de baas van een fabriek. Veel mensen uit het dorp werken in zijn fabriek. Jan heeft veel geld, maar hij houdt zijn geld graag in zijn zak. Nooit geeft hij een rondje. Nooit geeft hij zijn personeel een cadeautje. Ook voor zichzelf wil hij niet veel geld uitgeven. Jan is gierig, heel erg gierig. De mensen in het dorp vinden hem niet aardig. Op een dag gaat Jan naar de schoenwinkel. Hij heeft hele mooie schoenen gezien. Ze zijn van zacht, bruin leer. ‘Hoe duur zijn deze schoenen?’, vraagt Jan. De verkoper denkt: ‘Die heeft veel geld. Hier ga ik aan verdienen.’ ‘Die kosten 300 euro’, zegt de verkoper. Jan schrikt, 300 euro is wel erg veel geld. De verkoper denkt: ‘Dat betaalt hij nooit. Die man is veel te gierig.’ Hij bedenkt een plan. ‘Voor jou zijn de schoenen gratis’, zegt hij dan. Jan is verbaasd: ‘Hoezo gratis?’ ‘Nou’, antwoordt de verkoper, ‘je moet er wel iets voor doen. Je mag acht dagen lang niet praten. Je zegt alleen “wiep” of “waap”.’ ‘Is dat alles?’ lacht Jan. ‘Geen probleem. Dat kan ik wel. Geef mij die schoenen maar.’ Jan krijgt zijn mooie schoenen. Hij komt thuis. ‘Wat een mooie schoenen’, zegt zijn vrouw Trees. ‘Waar heb je die vandaan?’ ‘Wiep’, zegt Jan. ‘En wat heb je ervoor betaald?’ ‘Waap’ zegt Jan. Trees kijkt verbaasd. ‘Wat is er met jou?’ “Wiep”, zegt Jan. ‘Doe even normaal, Jan’, zegt Trees. ‘Wat bedoel je?’ ‘Waap’, zegt Jan. Trees raakt in paniek. Wat ze ook vraagt, het antwoord is ‘wiep’ of ‘waap’. Ze haalt de buurvrouw erbij. Samen proberen ze of Jan gewoon kan praten. [pagina 13] [p. 13] Maar hij zegt alleen ‘wiep’ of ‘waap’. Trees weet niet wat ze moet doen. Is Jan misschien ziek in zijn hoofd? Ze belt de dokter. Die onderzoekt Jan, maar hij kan niets vinden. Twee dagen gaan voorbij. Jan houdt zijn mond stijf dicht. En als zijn mond opengaat, zegt hij alleen maar ‘wiep’ of ‘waap’. Trees moet huilen. De mensen in het dorp praten over Jan. ‘Er is iets met Jan’, zeggen ze. ‘Hij is niet goed bij zijn hoofd.’ De schoenverkoper hoort dat ook. Hij lacht, zijn plan gaat lukken. Hij gaat naar het huis van Jan en Trees. ‘Trees’, zegt hij, ‘ik kan Jan beter maken. Geef mij 300 euro en ik laat hem weer normaal praten.’ ‘Echt waar?’ zegt Trees. ‘Daar heb ik wel 300 euro voor over.’ Ze geeft de verkoper het geld. Ze wijst hem de kamer van Jan. De verkoper gaat naar binnen. ‘Zo Jan’, zegt hij, ‘hoe gaat het?’ ‘Waap’, zegt Jan. ‘Je hebt gedaan wat je beloofde’, zegt de verkoper. ‘Wiep’, zegt Jan. ‘Ik zal het goed met je maken’, zegt de verkoper. ‘De acht dagen zijn nog niet voorbij, maar je mag nu stoppen. De schoenen zijn voor jou, je hebt ze verdiend.’ Snel verlaat hij het huis, met de 300 euro. Jan loopt blij naar de keuken. ‘Trees’, zegt hij,‘er is niets aan de hand met mij.’ ‘Je praat weer’, zegt Trees, ‘je bent weer beter.’ Jan vertelt over zijn afspraak met de verkoper. ‘Kijk Trees’, zegt hij, ‘deze schoenen heb ik verdiend. Ik heb er niets voor hoeven te betalen. Dat is pas echt goedkoop.’ De ogen van Trees gaan wijd open. Boos kijkt ze naar Jan. ‘Wat nou, goedkoop! De verkoper heeft ons goed te pakken. Ik heb 300 euro betaald om jou beter te maken.’ Illustratie: Conny van der Neut Vorige Volgende