Huiswerk bij een onderdeel van de stage.
voor de kinderen en niet zo duur. Haar dochter mag er op turnen, haar zoontje gaat er knutselen rond prentenboeken en zijzelf gaat leren fietsen! Vroeger deed haar man alle boodschappen en mocht Ouardia niet zomaar over straat. Maar doordat er in de les veel aandacht is voor de buurtwinkels en het omgaan met geld, durft Ouardia vaker naar de winkel. Zelfs gaat ze wel eens samen met haar oudste dochter pinnen. Trots komt ze op een dag naar school en vertelt
aan de docent dat ze zelf alleen met haar zieke zoontje naar de dokter is geweest en daarna naar de apotheek: ‘en het praten ging goed!’ Op een ochtend in de winter doet de verwarming het niet. De grote kinderen zijn al naar school en haar man is niet thuis.
Ouardia pakt de telefoon en kijkt in haar lesmap voor het telefoonnummer van de woningbouw. Ze heeft het al zo vaak in de les geoefend, maar het is toch wel eng, zou ze durven bellen? Ze doet het en ze maakt een afspraak voor diezelfde dag!
Na vier jaar lessen gevolgd te hebben durft Ouardia best veel; ze voelt zich beter thuis op school en in haar wijk. Maar nog een jaar naar school en dan stagelopen dat mag vast niet van haar man en dat is toch zeker te moeilijk voor haar, daar is ze veel te oud voor. ‘Ja, de vrouwen van groep 4, die stage lopen, zijn erg blij, maar zij kunnen beter Nederlands,’ denkt Ouardia, ‘nee, dat kan ik niet, ik moet maar stoppen met de les.’ Maar als dan na de zomervakantie de uitnodiging voor les in de brievenbus valt, is Ouardia toch wel nieuwsgierig: ‘Wie zouden er komen? Zou Ageda er ook weer zijn? En Radia en Fatima en Malika en ...?’. Ze besluit om toch te gaan kijken. En het blijft niet bij kijken: voor Ouardia niet en voor de andere vrouwen, die al evenveel twijfels hadden over stagelopen als Ouardia, ook niet. Allemaal lopen ze toch stage.
Ouardia: ‘De eerste keer is eng, maar een tweede keer ben je al gewend. En de mensen zijn aardig en de kinderen lief. Ik mag helpen en veel Nederlands praten. Ik vind 't heel leuk.’