Portretten
‘Ik dacht: dat wil ik ook kunnen’
Ineke van de Craats/Katholieke Universiteit Nijmegen
In niet alle landen was (en is) het voor meisjes even vanzelfsprekend om naar school te gaan als voor jongens. Ze moesten bijvoorbeeld helpen in de huishouding. Sommigen leerden toch lezen en schrijven, bijvoorbeeld met hulp van familieleden. Anderen grepen naderhand in Nederland hun kans. Ineke van de Craats sprak met twee Marokkaanse vrouwen over hun geschiedenis.
Mina (23 jaar, uit Tanger) en Nezha (37 jaar, uit Fez) zijn twee Marokkaanse vrouwen die in het uiterste oosten en het uiterste westen van ons land NT2-lessen volgen aan een ROC. Geen van beide vrouwen heeft de basisschool bezocht in haar eigen land, maar op dit moment zitten beiden in een IJsbreker-groep;Ga naar eind*
Hoe komt het dat je niet hebt leren lezen en schrijven?
Mina: ‘Ik was de oudste dochter thuis. Ik was altijd thuis om mijn moeder te helpen. Mijn broertjes en mijn jongere zusjes gingen wel naar school. Toen ik klein was, had ik dat niet zo in de gaten, maar opeens zag ik dat zij met boeken thuiskwamen en konden lezen wat erin stond. Ze konden ook hun naam schrijven en het was steeds meer wat zij konden lezen en schrijven. Langzamerhand werd ik ontzettend jaloers en dacht: dat wil ik ook kunnen.’
Nezha: ‘Met mij ging het eigenlijk net zo. Ik was ongeveer veertien jaar toen ik ontdekte dat mijn broers en zussen konden lezen en schrijven en ik begreep wat lezen en schrijven eigenlijk inhield. Het was toen te laat om nog naar school te gaan.’
Jullie kunnen nu wel Arabisch lezen, hoe hebben jullie dat dan toch geleerd?
Mina: ‘Als mijn broertjes uit school kwamen, probeerde ik hen nog een keer te laten vertellen wat ze gelezen hadden. Vaak lieten ze dan zien wat er stond en probeerde ik dat te onthouden. Als ze geen zin meer hadden om mij dat te vertellen, ging ik alleen in dat boek kijken en probeerde ik te oefenen in het lezen van die woorden.’
Nezha: ‘Ik heb het net zo gedaan. Mijn broers vonden het wel grappig en ik probeer de zelf ook om de woorden die ik kende overal terug te vinden.’
Heb je nooit geprobeerd om nag naar school te gaan?
Mina: ‘Ja, ik heb mijn vader gevraagd of ik naar school mocht, maar hij zei dat ik niet was geregistreerd bij de gemeente en dat dat eerst moest gebeuren voordat ik naar school kon. In Marokko had je tien jaar de tijd om (pas)geboren kinderen aan te geven bij de burgerlijke stand. Daarna kon het niet meer. Ik weet niet of ik al tien jaar was toen ik het vroeg, maar mijn vader zei dat het nu te laat was omdat het veel tijd zou kosten voordat ik ingeschreven zou zijn en opgegeven zou kunnen worden voor een school. Daarmee waren mijn kansen voorbij, maar gelukkig had ik een oom die ergens leraar was. Toen die oom zag dat ik zelf met lezen en schrijven aan het oefenen was, heeft hij mij veel geholpen.’
Nezha: ‘Ik heb zo'n oom niet gehad, maar met veel geduld leer je het ook wei. En mijn broers hebben ook veel geduld gehad met mij. Ik kan Arabisch nu heel vlot lezen.’
Toen jullie in Nederland kwamen, moesten jullie weer leren lezen; hoe ging dat?
Nezha: ‘Ik ben op een cursus hier in de buurt gekomen. Het is vlak bij huis en het mag van mijn man. Hier heb ik Nederlands leren lezen. Dat was de eerste keer dat ik die letters leerde, want ik heb nooit Frans geleerd omdat ik niet op school heb gezeten. Het kost nog wel wat moeite om sommige Nederlandse woorden goed uit te spreken als ik ze zie. Ik moet hard werken om IJsbreker te kunnen volgen, maar hier zijn geen cursussen waar Breekijzer gebruikt wordt. Deze zomer waren we op vakantie in Marokko. Mijn man wilde tot eind september blijven, maar ik heb toch voor elkaar gekregen dat we op de eerste dag dat de school begon weer terug waren.’
Mina: ‘Ik heb hier eerst een alfabetiseringscursus gevolgd om Nederlandse letters te kunnen lezen. Het ging lekker vlot en nu zit ik in een Ijsbrekergroep. Lezen gaat vlot en goed maar schrijven gaat mij niet zo vlot af. Daar moet ik nog heel wat meer op oefenen.’
Wanneer heb je echt plezier van al het leren?
Mina: ‘Ik kan mijn kinderen voorlezen in het Nederlands. Als ik een foutje maak, laten zij zich wel horen. Ik heb ook een taalstage gedaan op een school, bij een kleutergroep. In het begin was ik echt bang dat ik het niet goed deed, maar later ging dat helemaal over. Ik wil na deze cursus op de school van mijn kinderen gaan helpen.’