len van een acceptgiro. Terwijl Jenny naast Zaïd gaat zitten, geeft ze Bep de opdracht alvast alle computers aan te zetten. Een voor een komen de andere cursisten binnen. Ze gaan meteen achter een computer zitten. Als Jenny en Zaïd klaar zijn met de acceptgiro loopt Jenny door het lokaal om de cursisten aan het werk te zetten. Zaïd gaat met Husselaar aan de slag, Anton met Muiswerk en Jac met Alfabeter Lezen. Bep en Jan willen allebei beter leren spellen. Daarom maken ze vaak samen oefeningen uit het programma Dupuix.
Vandaag heeft Bep de koptelefoon op. Ze zegt het woord dat ze hoort na, zodat Jan ook weet wat de opdracht is. Jan verstaat haar nauwelijks. Verbaasd vraagt hij waarom ze zo zachtjes spreekt. Haar antwoord is onverstaanbaar, maar haar blik gaat duidelijk in de richting van de onderzoekster die vandaag aanwezig is. ‘Dat mag zij best horen’, zegt Jan luid. Bep kijkt naar het beeldscherm en herhaalt nogmaals het woord dat de computer geeft: ‘heren’. Jan herhaalt het, duidelijk verdeeld in lettergrepen: ‘heerren’ en hij tikt ‘herren’ in. De computer meldt meteen dat dat fout is en jenny, die er inmiddels bijgekomen is, helpt ze verder: ‘Wat hoor je aan het einde van de eerste lettergreep?’ Jan: ‘ee’. ‘Is dat een korte of een lange klank?’ ‘Een korte’, zegt jan. ‘Nee’, zegt de docent, ‘want wat is de korte klank?’.
Het is al kwart over zeven als Gladys binnenkomt. Ze moest overwerken. Jenny helpt haar op weg met 7/43.
Gladys weet dat Anita ziek is. De twee sms'en regelmatig met elkaar. De enige die nu nog ontbreekt, is Nancy. Om ongeveer kwart voor acht gaan Jan en Bep individueel verder met de cd-rom Alfabeter Lezen.
Jenny loopt weer rond om de cursisten te helpen. Zaïd heeft moeite met de opdrachten van Husselaar. Hij moet steeds van een reeks losse woorden een goed lopende zin maken. Daar maakt hij veel fouten bij. Jenny geeft hem de tip om het hardop te proberen. Samen doen ze een paar zinnen. Dat gaat goed.
Zodra Jenny verder loopt naar de volgende cursist, werkt Zaïd weer in stilte.