Geletterdheid in de Lage Landen
Meer dan 10% van de volwassenen in Nederland en ongeveer 15% van de volwassenen in Vlaanderen functioneert op een laag niveau van geletterdheid. Dat wil zeggen dat deze volwassenen zelfs met eenvoudige alledaagse lees- en schrijftaken moeite hebben. Dat gaat over veel mensen, meer dan een miljoen in Nederland en 800.000 in Vlaanderen. Dat bleek enige tijd geleden uit een internationaal vergelijkend onderzoek naar de graad van geletterdheid van volwassenen (het International Adult Literacy Survey, ofwel IALS-onderzoek). Ook op andere manieren was analfabetisme van volwassenen de afgelopen jaren in Nederland en Vlaanderen al onder de publieke aandacht gebracht (zie bijvoorbeeld het artikel van Ella Bohnenn in het vorige nummer van ALFA-nieuws en dat van Lieve van Hoetighem in dit nummer). Deze en andere ontwikkelingen waren voor de Nederlandse Taalunie aanleiding een werkgroep in het leven te roepen die zich zou gaan buigen over laaggeletterdheid in Nederland en Vlaanderen. De bedoeling is onder meer na te gaan hoe en op welke terreinen er meer samengewerkt kan worden tussen beide landen (bijvoorbeeld in de vorm van een gemeenschappelijk referentiekader), hoe beide landen aansluiting kunnen blijven houden bij de snelle technologische ontwikkelingen en hoe ze sociale uitsluiting van laaggeletterden zoveel mogelijk kunnen voorkomen. Die werkgroep van de Taalunie, bestaande uit Christine Ceulemans en Tine van Tendeloo voor Vlaanderen en Ella Bohnenn, Carry van de Guchte en Jeanne Kurvers voor Nederland, is inmiddels aan de slag gegaan.