Onder de loep
Waarom rekenen?
Mieke van Groenestijn/hogeschool van Utrecht, feo/cento
Lezen, schrijven en rekenen gaan in het dagelijks leven hand in hand. Heel veel taalgebruik-situaties vragen ook rekenactiviteiten. Daarom impliceert functionele geletterdheid ook functionele gecijferdheid. Mieke van Groenestijn gaat in dit artikel hier dieper op in.
In feite gaat het niet alleen om rekenen maar om rekenen/wiskunde. Bij rekenen denken we aan tellen, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Deze vaardigheden heb je echter ook nodig om andere dingen te kunnen uitrekenen in functionele situaties. Daarbij gaat het meestal om meetactiviteiten, meetkunde, geldrekenen, het werken met verhoudingen en procenten. Ook het begrijpen van en betekenis geven aan eenvoudige statistische informatie hoort hierbij, bijvoorbeeld het kunnen lezen van een tabel met informatie over wasmachines in een consumentenfolder of het interpreteren van verkiezingsuitslagen in een grafiek of procentendiagram.
Niet alle volwassenen gaan deze vaardigheden makkelijk af. In een internationaal vergelijkend onderzoek, de International Adult Literacy Survey, (Houtkoop, 1999) werd bijvoorbeeld niet alleen gekeken naar de mate waarin volwassenen allerlei soorten informatieve teksten kunnen lezen en begrijpen, maar ook naar wat kwantitatieve geletterdheid genoemd wordt: het kunnen interpreteren van grafieken in de krant, of het kunnen begrijpen van de weerkaart bijvoorbeeld. Daaruit bleek dat tenminste 10% van de volwassenen op het allerlaagste niveau scoort en dus ook met relatief eenvoudige kwantitatieve informatie moeite heeft. En dat waren bepaald niet alleen de ouderen, het percentage van de jongeren (van 16 tot 19 jaar) dat op het laagste niveau scoorde, was bijna net zo hoog als dat van de groep in zijn geheel, namelijk 9%.
Volwassenen die onvoldoende konden lezen en schrijven, de doelgroep van de lees- en schrijfgroepen, hebben overigens niet deelgenomen aan het onderzoek