Uit het veld
Analfabeten in beeld
Ongeletterdheid onder autochtone Nederlanders
Jeanne Kurvers
Op 7 september 2001 werd in de Eenhoorn in Amersfoort een studiedag gehouden over het onderwerp ongeletterdheid onder autochtone Nederlanders. Er waren ongeveer 250 mensen op afgekomen, grote belangstelling voor het onderwerp dus. Daar was misschien één uitzondering op, minister Hermans kwam alleen persoonlijk (hij zou eigenlijk alleen per video een spreken) omdat hare Koninklijke Hoogheid Prinses Laurentien er ook was, zoals hij zelf ruiterlijk toegaf. Hetgeen hem overigens door de zaal terecht niet in dank werd afgenomen, zoals mijn buurvrouw in de zaal, ex-analfabete en nu al dertig jaar zeer actief om volwassen Nederlanders naar leesen schrijfgroepen te krijgen, onomwonden liet merken.
De dag werd geopend met twee plenaire lezingen van Hammink en Van der Kamp. Hammink (een van de auteurs van het rapport in de jaren zeventig waaruit bleek dat tussen de 1% en 4% van de volwassen Nederlanders niet kon lezen en schrijven) schetste in het kort nog even de aandacht voor het analfabetisme in Nederland sindsdien en liet zien dat de toestroom naar lees- en schrijfgroepen de laatste jaren zeer achteruit is gegaan. In Amsterdam bijvoorbeeld zaten in 1985 250 volwassen Amsterdammers in een lees- en schrijfgroep, in 2000 nog maar 90. Een van de redenen die vaker die dag werd genoemd, is de grote aandacht die de laatste jaren is uitgegaan naar onderwijs Nederlands als tweede taal en inburgering. De autochtone Nederlanders zijn verdrongen door het NT2-onderwijs en de grote politieke aandacht voor inburgering, was de veelgehoorde boodschap en ook het motief achter het van veel kanten benadrukte pleidooi om geld voor educatie van deze groep te oormerken. Hetgeen het ministerie, bij monde van Jeannette Noordijk, overigens niet wijs vond en ook niet gaat honoreren. Het Mondriaan College voor Nederlandstalige Hagenaars liet later op de dag zien hoe in Den Haag een antwoord is gevonden voor die ontstane situatie, door een eigen, nu weer bloeiende, locatie te kiezen voor onderwijs aan autochtone Hagenaars, gescheiden van de overige vormen van educatie, waaronder inburgering en Nederlands als tweede taal.
Van der Kamp, hoogleraar volwasseneneducatie, schetste verschillende visies op analfabetisme en presenteerde vervolgens enkele uitkomsten van een grootschalig onderzoek naar de functionele lees- en schrijfvaardigheid van volwassenen in 23 landen. Geletterdheid werd onderscheiden naar 5 niveaus en het laagste niveau (niveau 1) zou omschreven kunnen worden als zeer problematisch (iemand kan bijvoorbeeld een werkbriefje niet invullen). Dertien procent van de volwassenen in Nederland zit op of ander dat niveau, was zijn conclusie en als belangrijkste risicogroepen noemde hij allochtonen, ouderen, huisvrouwen, laagopgeleiden en voortijdige schoolverlaters. Nederland doet het internationaal niet slecht als het gaat om wat het basisonderwijs aanreikt aan lees-en schrijfvaardigheid, maar er kan een neerwaartse spiraal ontstaan wanneer die basisgeletterdheid niet meer gebruikt wordt. ‘Use it or loose it,’ was dan ook in zijn ogen een perfecte typering van de welen niet lezers in de samenleving. Drie eeuwen na de ontcijfering van de steen van Rosetta, zo vatte Van der Kamp de huidige stand van zaken samen, is er nog steeds de steen des aanstoots van zoveel volwassenen, die niet (goed) kunnen lezen en schrijven. Hoe dat voelt, bleek onder meer uit de ook op tv uitgezonden video over de Haagse Tineke, die