|
| |
| | | |
Een taal centraal
Tigrinya
Ineke van de Craats
Tigrinya wordt zowel in Eritrea als in Ethiopië gesproken. In Eritrea is het de meest gesproken taal: ruim 50% van de bevolking spreekt Tigrinya. De andere helft van de bevolking spreekt samen nog acht andere talen, onder andere Tigre, Afar, Saho, Amhaars, Arabisch en Kunama. Er wordt ook veel Engels gesproken door de bovenlaag van de bevolking en Italiaans door een groep boeren die in Eritrea gebleven zijn na het koloniale bewind. Ethiopië kent een veel grotere verscheidenheid aan talen. De belangrijkste zijn: Amhaars, Tigrinya, Orominga, Guaraginga en Somalisch.
| |
Eritrea en Ethiopië, geschiedenis
Eritrea ligt in Noordoost-Afrika en wordt begrensd door Soedan in het noorden en westen, Ethiopië in het zuiden en Djibouti in het uiterste zuidoosten. In het oosten ligt de Rode zee.
De bevolking van Eritrea werd in 1999 geschat op 4 miljoen, die van Ethiopië op meer dan 60 miljoen mensen. Een groot deel van de bevolking van Eritrea is jonger dan 15 jaar (43%) en een heel klein gedeelte (3%) is 65 jaar of ouder. Behalve de 4 miljoen Eritreërs in Eritrea wonen er nog zeker 1 miljoen Eritreërs in het buitenland: jongens die werden weggestuurd om te ontkomen aan inlijving in het Ethiopische leger en anderen die vluchtten om te ontkomen aan de wreedheden van de Ethiopische bezetting van 1961-91.
De belangrijkste godsdiensten in Eritrea zijn de Islam en het Koptische Christendom. De bevolking in de hooglanden, ook van de hoofdstad Asmara, behoort overwegend tot de Koptische Orthodoxe Kerk, maar in de laaglanden en langs de kust wonen voornamelijk Moslims. Pas in de 19e eeuw onder het protectoraat van Italië werd het katholicisme geïntroduceerd.
Bij de Eritrese bevolking is traditioneel de (groot)familie erg belangrijk. De familiekring, met de vrouw als ruggengraat, bestaat uit de ouders en de personen die van hen afhankelijk zijn: kinderen, ongetrouwde broers en zussen, bedienden, geadopteerden en huisvrienden. De familiebanden zijn zeer sterk.
Eritrea is ontstaan met de verovering van het Eritrese kustgebied door Italië in 1889. De Italianen hadden de hoop vandaaruit Ethiopië te veroveren. Na de nederlaag van Mussolini kwam Eritrea onder Engels mandaat (1941-1952). In 1952 werd Eritrea een federale staat in het Ethiopische keizerrijk. Van de beloofde autonomie kwam niet veel terecht en toen Ethiopië eenzijdig Eritrea annexeerde als 14e provincie, brak een burgeroorlog uit. Er volgde een periode van onderdrukking door militaire machthebbers waaraan in 1991 een einde kwam, gevolgd door de onafhankelijkheid van Eritrea in 1993. In mei 1998 is opnieuw oorlog uitgebroken tussen Ethiopië en Eritrea.
| |
De klok
7 uur = 1 uur
8 uur = 2 uur
De uren van de dag worden anders geteld dan in West-Europa. Die tijd is gebaseerd op de Giiz-kalender die vooral in Ethiopië gebruikt wordt. In het Ethiopië is 7 uur 's ochtend 1 uur, 8 uur is 2 uur en zo verder. In gebieden waar Tigrinya gesproken wordt, is de Westeuropese tijdsindeling ook bekend en wordt de Giiz-tijdsrekening alleen gebruikt wanneer men onder elkaar is, maar niet in contacten met westerlingen.
Het is maar een weet.
| |
| | | |
Vluchtelingen
Kolonisatie, oorlogen, onderdrukking en uitbuiting zijn de oorzaak geweest van verscheidene vluchtelingenstromen uit Eritrea. Veel vluchtelingen belandden in Soedan, maar beter opgeleide vluchtelingen probeerden verder te komen. Voor de meesten was het een kwestie van toeval dat ze in Nederland terechtkwamen. Het aantal Eritrese vluchtelingen in Nederland wordt geschat op 9.000. In de CBS-statistieken worden Eritreërs en Ethiopiërs als één groep beschouwd. Omdat Eritrea pas in 1993 een onafhankelijke staat is geworden, zijn de meeste Eritreërs die voor die tijd naar Nederland vluchtten, geregistreerd als Ethiopiërs maar bijna de helft van de in Nederland verblijvende Ethiopiërs zijn afkomstig uit Eritrea.
| |
Van Giiz naar Tigrinya
Tigrinya en Amhaars zijn Ethio-Semitische talen. Ze stammen beide af van een taal die volgens de overlevering door een Semitisch volk uit Zuidwest-Arabië naar Ethiopië werd gebracht. De taal van dit volk was het Ethiopisch of Giiz en werd door haar sprekers Lisane Giiz genoemd, de Taal van de Vrijen. Deze taal werd tot de 9e eeuw gesproken in het gebied van het huidige Ethiopië en Eritrea. In de 13e eeuw echter werd het Giiz alleen nog als literaire taal gebruikt. In het noorden was Tigrinya de spreektaal geworden en in het zuiden Amhaars. De rol van het Giiz is steeds meer gaan lijken op die van het Latijn in Europa: een dode taal, nu alleen nog de taal van de religie (door Koptische priesters gebruikt in de mis). De invloed van het Giiz op de moderne Ethiopische talen is groot. Veel woorden zijn ontleend aan het Giiz. Het schriftsysteem, zowel voor Amhaars als Tigrinya gebruikt, berust grotendeels op het schrift van het Giiz dat pas sinds de Italiaanse kolonisatie als schrijftaal vervangen is door het Tigrinya.
| |
Klanken
De gesproken taal doet sterk denken aan het Arabisch door de verschillende keelklanken die veel voorkomen in de lopende spraak en die voor een leerder moeilijk te onderscheiden zijn. Die verschillen zijn echter wel betekenisonderscheidend in het Tigrinya, bijv. het verschil tussen /h/ en /h/ in:
hasese dwaas zijn |
ħasese vegen |
of tussen een meer en een minder in de keel uitgesproken a (/ˀ/ en /ˁ/) in:
ˀarege oud worden |
ˁarege omhooggaan |
Het klinkersysteem is minder uitgebreid dan in het Nederlands. Er zijn zeven fonemen: /a/, /u/, /i/, /ā/, /ē/, /e/ en /ō/. Het Nederlands heeft er meer. Zo wordt er geen onderscheid gemaakt tussen een /a/ en een /aa/, tussen een /o/ en /oo/, de /uu/ en de /eu/ ontbreken, en ook de /u/ zoals in bus.
| |
Grammatica
Net als in andere Semitische talen wordt mannelijk en vrouwelijk vaker tot uitdrukking gebracht dan in het Nederlands, bijv.
himum een zieke (mn. enkelv.) |
himimti een zieke (vr. enkelv.) |
Dat is ook te zien bij de persoonlijke voornaamwoorden die een vrouwelijke vorm hebben voor de 2e persoon:
1e p. |
ˀane |
(ik) |
niħna, nissatna |
(wij) |
2e p. mn. |
nissixa |
(jij) |
nissixatkum |
(jullie) |
2e p. vr. |
nissixi |
(jij) |
nissixatkin |
(jullie) |
3e p. mn. |
nissu |
(hij) |
nissatom |
(zij) |
3e p. vr. |
nissa |
(zij) |
nissaten |
(zij) |
Het werkwoordelijk systeem verschilt sterk van het Nederlandse. Net als in het Arabisch wordt er uitgegaan van een basisstam of wortel (dat is niet hetzelfde als een infinitief!) en daarvan afgeleide stammen. Zo'n stam bestaat uit een aantal medeklinkers (sbr) die je het duidelijkst ziet in de verleden tijd (sebere). Tussen die medeklinkers kunnen verschillende klinkers gevoegd worden al naar gelang het bedoelde aspect van het werkwoord.
stam |
sbr |
breken |
|
sebere |
hij brak |
|
sebiruhij heeft gebroken |
Geen voorvoegsel geeft verleden tijd aan, het voorvoegsel yi tegenwoordige tijd, en ki toekomende tijd. Het persoonlijk voornaamwoord hoeft daarbij niet apart uitgedrukt te worden. Bijvoorbeeld:
| | | |
yi-sebbir |
hij breekt |
ki-sebbir |
hij zal breken |
Op basis van de stam kunnen zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden gevormd worden Meer dan 50% van de zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden in het Tigrinya bestaat uit zulke afleidingen.
sibur |
gebroken |
sebari |
iemand die breekt |
mesberi |
instrument om iets te breken |
| |
Woordvolgorde
Tigrinya (net als Amhaars) heeft een SOV-volgorde
subject |
object |
verb (werkwoord) |
S |
O |
V |
en verschilt daarin van een Semitische taal als het Arabisch. In hoofd- en bijzinnen staat het werkwoord achter het lijdend voorwerp (zoals in de Nederlandse bijzin) en achteraan in de zin.
kebbede ni-xassa ˀitom mesáhift hibuwo
Kebbede aan-Kassa die boeken gaf
Kebbede gaf de boeken aan Kassa
Het bovenstaande voorbeeld laat ook zien dat het Tigrinya geen uitgebreid naamvalsysteem kent. De ontvanger (Kassa) krijgt geen naamval (bijv. de datief of 3e naamval zoals in het Duits), maar wordt aangegeven door middel van een voorvoegsel ni-. In het Nederlands gebruiken we dan meestal het voorzetsel aan. Het lijdend voorwerp heeft evenmin een naamval.
Tigrinya kent geen aparte vorm voor het lidwoord. Als onbepaald lidwoord kan het telwoord een gebruikt worden en voor het bepaald lidwoord worden aanwijzende voornaamwoorden gebruikt: ˀitu (enkelv.) en ˀitom (meerv.) zoals te zien is in de voorbeeldzin hierboven (ˀitom mesahift = die boeken). Dit impliceert dat de taal het verschil tussen het huis en dat huis niet maakt.
Eerste coupletten van het volkslied van Eritrea
| |
Geletterheid
Op een bevolking van een kleine 4 miljoen mensen wordt het percentage geletterden op 37% geschat (Ethnologue), het percentage geletterden onder de Tigrinya-sprekers in Eritrea op nog minder: 5-25% (Ethnologue). Bij de vluchtelingen ligt dat percentage anders omdat de meesten van hen tot de hoog- en middelbaaropgeleiden in hun land behoorden. Dat geldt in mindere mate voor de vrouwelijke vluchtelingen.
| |
Het schrift
Tigrinya wordt geschreven in het Ethiopisch (of Giiz) schrift dat ook voor de schriftelijke weergave van het Amhaars wordt gebruikt. Het is een lettergreepschrift dat bestaat uit 182 tekens. Elk teken geeft een combinatie weer van één van de 26 medeklinkers en één van de 7 klinkers (zie de illustratie). De eerste kolom lettertekens van de illustratie zijn de basistekens, de andere tekens in de rij rechts van het basisteken zijn variaties van het basisteken. Dat wil zeggen dat aan het
| | | | bijv. een kommaatje ernaast of eronder, waarmee aangegeven wordt dat de klinker wisselt. Zo wordt in de eerste rij (zie kader hieronder) de medeklinker /h/ achtereenvolgens gecombineerd met /a/, /u/, /i/, /ā/, /ē/, /e/ en /ō/. Tekens die bestaan uit medeklinker + e, worden ook gebruikt om een losse medeklinker weer te geven (zonder de daaropvolgende klinker). Met behulp van dit overzicht en flink wat geduld is het mogelijk om het volkslied van Eritrea te ontcijferen. Ieder couplet begint met de woorden Eritrea weergegeven door vier lettergreeptekens.
| |
Bronnen
Bender, M.L., J.D. Bower, R.L. Cooper & C.A. Ferguson (1976) Language in Ethiopia. |
Comrie, B., S. Matthews & M. Polinsky. De Grote Taalatlas. Nederlandse uitgave, 2e druk 1998. Haarlem: Schuyt & Co. |
Tillaert, H. van den en anderen (2000). Nieuwe etnische groepen in Nederland. Een onderzoek onder vluchtelingen en statushouders uit Afghanistan, Ethiopië en Eritrea, Iran, Somalië en Vietnam. ITS, Ubbergen: uitg. Tandem Felix. |
Homepages van:
Ethnologue
http://www.sil.org/ethnologue/countries/
Hans v.d. Splinter en Mebrat Tzehaie:
http://home.wxs.nl/~hans.mebrat
Met dank aan:
Chefena Hailemariam.
Giiz of Ethiopisch schrift
|
|
|