Uit het veld
Lezen, de techniek ervan
Henny Jellema
Op de Lieven de Keyschool doen we het tegenovergestelde van wat meestal met analfabeten gedaan wordt. Wij leren eerst technisch lezen en dan pas functioneel praten. Dat is voor velen in het vak een rare volgorde. Men meent dat leerlingen niet iets moeten lezen waarvan ze de betekenis niet begrijpen. Toch doen we het zo, omdat een ervaring min of meer toevallig ontdekt geweldige resultaten geeft. Analfabeten zonder specifieke leerstoornis als dyslexie, komen bij ons altijd in een vervolgopleiding. Meestal vbo, maar soms ook wel mavo.
Het uitgangspunt van het vak NT2 is dat niet-Nederlandstaligen zo snel mogelijk wel Nederlandstaligen worden. Niet dat ze leren lezen. Maar niet-kunnen-lezen blijkt een ernstig struikelblok voor het leren van de Nederlandse taal? Althans in de schoolse situatie. Want let wel: de meeste mensen kunnen heel goed een tweede taal leren zonder dat ze daarvoor een letter lezen. Zet maar eens een Japans kind tussen uitsluitend Nederlandse kinderen in een zandbak of een Afghaanse bouwvakker op de steigers tussen uitsluitend nederlandse bouwvakkers. Reken maar dat die zich na drie maanden heel goed kunnen redden in de Nederlandse taal.
De schoolse situatie waarin NT2 geleerd moet worden leent zich niet voor zulke speelen/of werksituaties. Integendeel, we worden geconfronteerd met niet-Nederlanders die door allerlei maatschappelijke oorzaken veel te weinig met Nederlanders in contact komen. Dat is een gegeven.
Waarom moet
van meet af aan
de inhoud
begrepen worden?
In een schoolse situatie is niet-kunnen-lezen meteen een probleem. Die leerlingen worden apart gezet in een analfabetiseringsgroep. En wat gaan veel docenten dan doen? Als de bliksem lezen leren, zodat die leerlingen zo vlug mogelijk wel kunnen deelnemen aan het normale leerproces? Nee, ze gaan zich in allerlei bochten wringen om de aangeboden stof functioneel te laten zijn. Terwijl de leerling uitsluitend een vaardigheid mist. D.w.z. het is heel goed mogelijk dat er naderhand leerstoornissen of andere problemen opduiken, maar de selectie voor de analfabetenklas is gebaseerd op het wel/niet kunnen lezen.
Maar heel veel instellingen willen de leerling van meet af aan intellectueel inzichtelijk scholen. Terwijl veel cursisten (vooral volwassen vrouwen) alleen maar iets willen kunnen. Waarom moet van meet af aan de inhoud worden begrepen?
Die leerlingen en cursisten, die niet analfabeet zijn worden toch ook niet in eerste instantie op het begrijpen gegroepeerd? Zeker de laag-geschoolden niet. Na verloop van tijd splitst zich dat natuurlijk wel uit en ook blijkt er al gauw een groot verschil in hoger en lager opgeleiden.
Wat blijkt in de praktijk?
Leerlingen kunnen veel sneller technisch leren lezen dan begrippen en betekenis onthouden. Ook als de woorden functioneel zijn. Woorden als postkantoor en sociale dienst, hoe relevant ook, zijn leestechnisch veel te moeilijk voor een analfabeet. En op functionele wijze aangeleerd kan de cursist ze niet snel onthouden, want hij kan ze niet lezen. Dat duurt lang. Soms meer dan een jaar.
Wat heel snel gaat, is de klank-tekencombinatie aanleren. Bij ons op school doen we daar gemiddeld tien weken over.Ga naar eind*) In die tijd kan een leerling het alfabet verklanken, mmkm woorden en tweelettergrepige woorden lezen. Voldoende om in een groep niet-analfabeten mee te kunnen doen. Voldoende om dan rustig spellend het woord postkantoor te ontcijferen en dan kan de leerling het zelf op eigen kracht.Ga naar eind**)
Een bijzonder categorie zijn de jonge allochtone vrouwen die analfabeet zijn. Hun kinderen gaan naar de basisschool in Nederland en binnen de kortste keren zegt zo'n kind tegen moeder: ‘Jij bent dom’. Met ons systeem heeft