De nieuwe intaketoets Alfabetisering
Eerste ervaringen uit de praktijk
Mariëlle Jorna en Annette Hurkmans
De oude toets en de knelpunten
Analfabete en anders-alfabete cursisten die worden aangemeld op de Taalschool in Breda worden tot nu toe in een groep geplaatst op basis van hun resultaten op de intake-toets Alfabetisering uit 1994. Op de Taalschool worden echter nogal wat kanttekeningen geplaatst bij de bruikbaarheid van deze toets.
Op de eerste plaats kunnen niet alle onderdelen worden afgenomen, omdat de toetstijd beperkt is. Dat wreekt zich vooral bij de onderdelen spreken, luisteren en mondelinge voorwaarden. Standaard worden wel de onderdelen lezen en schrijven afgenomen, maar de gegevens die daarmee verzameld worden, leveren vaak toch onvoldoende informatie op om cursisten goed te kunnen plaatsen.
Inhoudelijk is er ook een en ander op te merken over deze toets. Volgens het intakebureau geven de deeltoetsen lezen en schrijven geen goed beeld van de technische lees- en schrijfvaardigheid, omdat er teveel een beroep wordt gedaan op andere vaardigheden. In opgave 14 bijvoorbeeld moet de kandidaat het woord broek invullen in een zin. Wanneer de deelnemer dit woord niet kent, valt de score lager uit. De score zegt meer over de woordenschat van de deelnemer dan over zijn technische schrijfvaardigheid. Daarnaast wordt ook een beroep gedaan op studievaardigheden. Die spelen bijvoorbeeld een rol in opgave 17, waar een formulier moet worden ingevuld.
Tenslotte zijn een aantal tekeningen in de toets onduidelijk. Vooral de tekeningen in opgave 16 van de toets zijn van slechte kwaliteit. De vraag was dan ook of de nieuwe intaketoets een geschikter instrument zou zijn voor het plaatsen van cursisten. Ook was de vraag welke onderdelen met name van belang zijn voor een goede plaatsing van cursisten.
Om een goed beeld te krijgen van de mogelijkheden en een optimale inzet van de toets, werd de toets afgenomen bij de vier alfabetiseringsgroepen van de taalschool (in verschillende mate van gevorderdheid) en bij de beginniveau's van de reguliere NT2-groepen voor laagopgeleide cursisten. Dat bood tegelijkertijd de mogelijkheid een profiel samen te stellen van het bestaande cursistenbestand en dat te toetsen aan de oordelen van docenten over de eerder gerealiseerde plaatsing en de vaardigheden van hun cursisten.