Leerstoflijnen
Horen, zien en dan schrijven presenteert overzichtelijke leerstoflijnen voor het onderwijs in het Nederlands als tweede taal waarmee men de inhoud van het programma in de alfabetisatiegroep vorm kan geven. Het gaat om een ordening van vaardigheden en leermiddelen ten behoeve van de mondelinge Nederlands en woordenschat, lezen, schrijven en het ingroeien in algemene vaardigheden die je nodig hebt om te kunnen leren in een schoolsituatie. In de leerstoflijn is een onderscheid aangebracht naar drie fasen: de voorfase van acht weken waarin leerlingen worden voorbereid op het leren lezen en schrijven, de alfafase (die 22 weken duurt) waarin het eigenlijke leren lezen en schrijven plaats vindt en de vervolgfase (10 weken), de fase die voorbereidt op de overstap naar een eerste opvanggroep voor geletterden.
Deze leerstoflijnen vormen de kern van de publicatie en worden in verschillende hoofdstukken verder uitgewerkt. De inhouden zijn met name in hoofdstuk 6 (Leren lezen en schrijven in de voorfase en alfafase) en hoofdstuk 7 (Werken aan woordenschat in de voorfase) beschreven. Wat opvalt in deze hoofdstukken is dat de auteurs een wat starre scheidslijn aanbrengen tussen de voorfase en de alfafase. De voorfase is nodig als voorbereiding op het aanvankelijk lees- en schrijfproces: de leesvoorwaarden en de fijne motoriek moeten afzonderlijk getraind worden, voordat met het eigenlijke lezen en schrijven begonnen kan worden. De auteurs trekken een parallel met Nederlandstalige kleuters, geven aan dat deze vergelijking mank gaat, melden bovendien dat men op basis van onderzoek is teruggekomen van de opvatting dat voorwaardentraining bij kleuters effectvol is, maar kiezen op basis van praktijkervaringen tóch voor het vooraf oefenen van deelvaardigheden bij de analfabete 12 tot 16-jarigen. Mondelinge taal moet ook een belangrijke plaats krijgen in de voorfase: de leerlingen moeten de instructie die gegeven wordt bij het lees- en schrijfonderricht kunnen begrijpen en zij moeten beschkken over voldoende woordenschat om datgene wat ze later leren lezen, te kunnen begrijpen.
Ik vind dat hier twee keer een kunstmatige cesuur wordt aangebracht: het is beter om niet acht weken lang alleen met voorbereidende activiteiten bezig te zijn, maar de deelvaardigheden van het proces van aanvankelijk lezen en schrijven (zoals auditieve en visuele discriminatie, auditief geheugen, ruimtelijke oriëntatie) meer te integreren in het lees- en schrijfonderwijs zelf. Ook het aanbrengen van ‘een basiswoordenschat om te kunnen begrijpen wat je leest of schrijft’ (p.75) vóórdat je met het formele aanvankelijk lezen en schrijven mag beginnen, lijkt mij wat gekunsteld en moeilijk realiseerbaar, want hoe weet je nu als docent welke woorden je hier moet kiezen? Welke woorden horen tot die basiswoordenschat? Het verdient ook hier de voorkeur om de uitbreiding van de woordenschat te koppelen aan het leren van de schriftelijke taalvaardigheden, waarbij heel goed volgens één van de didactische principes van het NT2-onderwijs, het mondelinge vooraf kan gaan aan het schriftelijke. Kortom, het lijkt mij beter om eerder te beginnen met het proces van alfabetisering en mondeling Nederlands, en oefening van de deelvaardigheden daarin te integreren. Ik denk dat je dan ook meer tegemoet komt aan de motivatie van de leerligen; veel analfabete leerlingen, en dat is ook een ervaring uit de praktijk, willen immers snel beginnen met lezen en schrijven. En het valt bovendien niet te ontkennen dat bij de wat oudere leerlingen de tijd ook dringt!
Los van deze opmerkingen zijn de inhoudelijke hoofdstukken overigens zeker de moeite waard. Er zijn veel praktische aanwijzingen te vinden die docenten kunnen helpen om vorm te geven aan de taaldidactiek in de alfabetisering; ik vermoed dat de concrete handreikingen bij het aanvankelijk lezen en technisch schrijven welkom zullen zijn bij leraren in het voortgezet onderwijs, omdat die doorgaans minder in aanraking komen met deze basale taalvaardigheden. Ook het hoofdstuk over de leermiddelen is helder en bruikbaar; op basis van de beschrijvingen is het heel goed mogelijk om lesmateriaal te kiezen.