Hoe vinden jullie het werken met Alfa? Zijn jullie tevreden met Alfa?
Alle docenten zijn van mening dat de cursisten in Alfa op een heel volwassen manier aangesproken worden. ‘Dat vind ik heel interessant’, zegt Martie.
Annemie: De aandacht voor sociale redzaamheid vind ik ook zo fijn aan deze methode. Laten we wel wezen, we hebben het toch ook vaak over groepen waarbij sociale redzaamheid het eindniveau is. Vaardigheden die veel vrouwen nodig hebben in het leven - bijvoorbeeld als man en kinderen weg zijn - zitten erin. Zeker voor een heleboel vrouwen is dat technisch lezen toch een beetje ondergeschikt.
Marie-José: Veel van die functionele dingen deden de meesten van ons natuurlijk ook al bij 7/43, dat durf ik te wedden. Maar nu zit het struktureel in de methode.
Greet: Wat dat betreft gebruiken wij Alfa zelfs bij andere groepen moeizaam lerenden. Daarvoor heeft Alfa natuurlijk heel veel hiaten, maar sommige van die functionele dingen zijn toch wel heel leuk.
Gerard: De cursisten worden heel wendbaar gemaakt, en dat vind ik er het plezierige van. Er komt een tekst en ze gaan er voor zitten: ‘Wat weet ik daar al van?’
Martie: Als je mij tien jaar geleden had gezegd dat ik een huursubsidieformulier in een Alfagroep moest bespreken, had ik waarschijnlijk gezegd: ben je nou helemaal. Nu merk ik dat de cursisten er achter komen, dat het over huur gaat. En dan zegt er een bij mij in de groep: ‘Dat neem ik mee naar het wijkhuis. Want daar zit iemand voor de huur.’ Dat vind ik winst.
Werken met Alfa is wel erg veel werk, vinden de meesten. Je moet veel zoeken en veel materiaal erbij maken.
Martie: Wij hebben er ook heel wat materiaal bijgemaakt, naar aanleiding van de thema's. Bijvoorbeeld bij het thema werk, of het thema ziekenhuis. Bij cluster 2 en 3 hebben we tekstjes gemaakt. Want die missen wij dus wel, leesteksten die ze al wel zelfstandig kunnen lezen. Dus niet de teksten waarin ze één woord op moeten zoeken of iets dergelijks. In die zin voeg je ook aandacht voor analyse en synthese toe aan de leergang.
Marie-José: Die behoefte aan teksten om zelfstandig te lezen hadden wij ook.
Alfa kost veel voorbereidingstijd, bijvoorbeeld ook op momenten dat er gesuggereerd wordt neem eens die afbeelding uit IJsbreker of bandje zus en zo van IJsbreker. Je moet het allemaal zelf zoeken en maken, en dat kost natuurlijk tijd. Maar als je een paar jaar met Alfa hebt gewerkt, heb je wel een map met materiaal.
Greet: Die hebben wij al.
Martie: Bovendien moet je sommige dingen ook blijven actualiseren. Als je bijvoorbeeld naar folders en prijzen moet kijken, moet je wel de folders van nu nemen, niet die van twee jaar geleden.
Annemie: De handleiding vermeldt dat punt ook. Alfa is wat dat betreft ook geen methode in de klassieke zin van het woord. Er wordt gewerkt met halffabrikaten, die iedereen aan zijn eigen situatie aan moet passen. Dat vind ik trouwens een van de grote voordelen van Alfa, dat steeds die link gelegd wordt met wat je als docent zelf in jouw situatie uit moet gaan zoeken.
Gerard: Ik werk nu voor de eerste keer met Alfa en dat kost zeker heel veel tijd. M0aar we documenteren veel dingen zodanig dat ze vaker bruikbaar zijn. En dat kan echt wel vaker dan Alfa suggereert: dialoogjes bijvoorbeeld over kennismaking. Ik ben het met Martie eens dat er altijd zaken blijven die je elk jaar moet aanpassen, folders en zo. In die zin zal Alfa altijd meer werk blijven kosten dan een gewoon boek als IJsbreker. Bovendien is dat volgens mij inherent aan alfabetiseringsonderwijs. Je moet het allemaal zo concreet mogelijk maken voor de cursisten. Als je een hogere niveaugroep hebt, dan leggen de cursisten de link naar concrete situaties zelf wel. Voor alfabetiseringscursisten is dat veel moeilijker.
Greet: Ik vind dat overigens geen hiaat, dat je als docent materiaal moet aanpassen aan de lokale situatie. Dat vind ik eerder een verdienste.
Marie-José: Ik merk overigens bij het tweede cluster, dat het ineens veel minder arbeidsintensief is. Dat komt omdat cursisten veel meer zelf regelen. Ze komen zelf met een belastingformulier, of met post over de omroepbijdrage.
De meningen zijn verdeeld over het feit of het ontbreken van casettebandjes een echt hiaat is. Martie vindt van niet. Ook een dialoog over een aanmelding in het Haagse Bronovo-ziekenhuis moet volgens haar omgezet worden in de lokale gebruiken en gewoonten. Gerard is van mening dat er genoeg dialogen in Alfa staan, waar makkelijk cassettebandjes bij