Discussie
Jeanne Kurvers
Hamur is om meerdere redenen een interessante casus. De problemen die Connie en Rose-Mary schetsen, zullen veel alfabetiseringsdocenten bekend voorkomen: niet of nauwelijks problemen met visuele deelvaardigheden, meer met de klank-tekenkoppeling en veel meer met auditieve analyse en synthese en vooral met de klinkers van het Nederlands; niet zo veel problemen bij het aanleren van de kernwoorden van 7/43, wel als er op basis daarvan nieuwe woorden gelezen of gespeld moeten worden.
Dat is in een notedop vaak het kernprofiel van iemand met specifieke leesproblemen. Tenminste als ze hardnekkig zijn, zijn het doorgaans ook de onderdelen die voor elke beginnende lezer het moeilijkst zijn, omdat hij of zij door moet krijgen hoe het alfabetisch schrift werkt. En voor tweede-taalverwervers komt daar nog eens bovenop dat het Nederlands in vergelijking met hun moedertaal veel klinkers heeft (nl. 16) of heel andere dan in hun eigen taal. En voor het schrijven van die 16 klinkers of tweeklanken (ei/ij, ui, ou/au) hebben we maar 5 lettertekens. Als Hamur een analfabeet was geweest, zou je nog kunnen denken dat het om beginnersproblemen gaat van iemand die wel wat meer tijd nodig heeft dan de doorsnee cursist om het onder de knie te krijgen (sommigen lezen al na een paar maanden vlot nieuwe woorden, anderen hebben daar toch wel een jaar voor nodig). Maar Hamur heeft in zijn eigen land basisonderwijs en 3 jaar voortgezet onderwijs achter de rug. Hij zou dus een getrainde lezer moeten zijn. In zo'n geval zou het heel interessant kunnen zijn als een instelling na zou kunnen gaan hoe iemand in zijn eigen taal leest: raadt hij ook dan veel, heeft hij daar ook moeite met de klank-tekenkoppeling, met het lezen van wisselrijtjes, met dictees, met auditieve analyse en synthese.
Als dat zo is (na tenminste meerdere jaren onderwijs) dan kun je ervan uitgaan dat het inderdaad gaat om iemand met ernstige leesproblemen. Naast de suggesties die al