Het waren André Breton en Philippe Soupault, die met Les Champs Magnétiques de eerste stap deden. Dit was een bundel automatische geschriften (geschriften opgeschreven zonder enige verstandelijke contrôle) die in 1921 verscheen; het jaar daarop kwam er een duidelijke scheiding tot stand tussen de groep Tzara en de groep Breton, welke laatste in 1924 de naam Surrealisme kreeg door het Premier Manifeste du Surréalisme van André Breton. Breton werd de leider en essayist van deze beweging, die tot haar leden telde: Paul Eluard, Louis Aragon, Max Ernst, Salvador Dali, Hans Arp, René Char, René Crevel, Maurice Heine, Georges Hugnet, Benjamin Péret, Yves Tanguy, G. de Chirico, A. Giacometti, Picasso, J. Miro, Ribemont-Dessaignes, Man Ray, E. Mesens, Jacques Prévert, Michel Leiris, André Masson, Raymond Queneau, Philippe Soupault, Robert Desnos, Jean Paulhan, Antonin Artaud, Pierre Naville, Maurice Nadeau (die later de Histoire du Surréalisme schreef) en vele anderen.
In het Premier Manifeste staat Bretons definitie van surrealisme: ‘Zuiver psychisch automatisme, waardoor men in woord, geschrift of op enige andere wijze zich voorstelt uit te drukken het werkelijk proces van het denken. Het dictee van de gedachte, zonder enige contrôle van het verstand en buiten alle morele of esthetische preoccupatie. Het surrealisme berust op het geloof aan de superieure werkelijkheid van bepaalde vormen van associatie, die tot nog toe verwaarloosd werden, aan de almacht van de droom en aan het belangeloos spel van de gedachte. Het heeft ten doel volledig af te rekenen met elk ander psychisch mechanisme en het te vervangen in de oplossing van de voornaamste problemen van het leven.’
Teneinde deze definitie enigszins te verduidelijken, laat ik hierop nog een tweetal uitingen van Engelse auteurs volgen, die met enkele woorden het streven van het surrealisme onder woorden hebben trachten te brengen.
Herbert Read schreef in Art Now: ‘Een menselijk wezen drijft door de tijd als een ijsberg, slechts voor een gering deel boven de oppervlakte van het onderbewustzijn. Het doel van de surrealist is, als schilder of als dichter, te trachten enkele van de afmetingen en typische kenmerken van zijn ondergedompeld wezen kenbaar te maken, en om dit te doen, neemt hij zijn toevlucht tot de betekenisvolle beelden van dromen en geestestoestanden, die met droom overeenkomen.’
De dichter David Gascoyne schreef in zijn A Short Survey of Surrealism: ‘Voordeel behalend aan de ontdekkingen van Freud en