Ad Interim. Jaargang 6(1949)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 222] [p. 222] Mijn twee dochters Victor Hugo In deze scheemring waar het licht in gaat verandren, Gelijk een zwaan de een, gelijk een duif de andre, Zo onbekommerd beide en zo schoon en goed, De zuster en het zusje, o zie hen daar, hoe zoet Gezeten aan de ingang van de tuin waar hun Een anjelierentuil op stengels lang en dun In marmren vaas die door een windzucht beeft, Toewuift en onbeweeglijk hen aanziende leeft En siddert in de schemer en schijnt aan de rand Der vaas een vlindervlucht die daar de extase bant. Anthonie Donker Vorige Volgende