Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 285] [p. 285] Wystan Hugh Auden Song 35 Onder de afgelegen bomen, minnaar, treur niet meer: daden na gedachten komen snel en zinloos weer. Als ge alleen, bedroefd blijft kwijnen komt de kou; sta op en vouw de kaart toe van uw pijnen. Klokken zingen over weiden uit een toren grijs dat de liefde niets meer bij de nacht aan schatten eist. Al wat leeft dat kan beminnen: waarom toch die wanhoop nog? Tref en gij zult winnen. Ganzen, boven u op reis al, weten waar zij gaan; beken, onder 't dunne ijsvlak, zoeken de oceaan. Uw verdriet is zonder reden; snel dan, kom, niet langer stom, naar uw laatste vrede. Michel van der Plas Vorige Volgende