Drie vrienden
W.L.M.E. van Leeuwen: Drie Vrienden (Marsman, Ter Braak, Du Perron) Uitg. Mij. W. de Haan, Utrecht
In dit bijzonder smaakvol uitgevoerde, van vele facsimile's voorziene boek heeft de bekende literatuurhistoricus W.L.M.E. van Leeuwen een aantal beschouwingen over, herinneringen aan, en brieven van de Big Three bijeengebracht, die door de oorlog aan de Nederlandse literatuur zijn ontvallen. Het is een lijvig boekdeel geworden, dat iedereen die belangstelt in de behandelde figuren graag zal willen bezitten, en dat men onmisbaar mag noemen voor wie het plan opvat over een van hen een uitvoerige studie of biografie te schrijven. Alleen al daarom heeft Van Leeuwen met deze publicatie m.i. een goed werk gedaan.
Het is opvallend met welk een toewijding en begrip de auteur zich in het werk van Ter Braak zowel als van Marsman en Du Perron heeft verdiept. Dat hij vooral van de eerste, van het begin af, de grote betekenis heeft aangevoeld, en heeft kunnen constateren hoe hier een filosofisch-essayistisch peil bereikt werd, dat in onze literatuur hoogstens met Busken Huet, Multatuli of Carry van Bruggen viel te vergelijken, is zeker niet zijn minste verdienste. Menigeen heeft immers, zoals het S. Tas volgens zijn eigen zeggen met Du Perron overkwam, ‘deze mens gemist’, om toen hij dood en dus ongevaarlijk was te ontdekken dat hier toch wel een groot man had gesproken. Dat het gedeelte over Du Perron, ofschoon zeer lezenswaardig, minder belangwekkend is dan dat over Ter Braak en Marsman, vloeit waarschijnlijk voort uit het feit, dat het persoonlijk contact tussen Van Leeuwen en de beschreven figuur hier veel minder hecht geweest is. Over Marsman is de schrijver wel eens wat erg lyrisch, maar toch kan men zeggen dat zelden de kern van een schrijversgeneratie tijdens haar