Ad Interim. Jaargang 4(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 375] [p. 375] In den winteravond De wereld is van lichtjes overdauwd. Eerst is zoo'n lichtje klein en van puur goud, Maar dichterbij een ruit, een glazen kom; Daar gaan de menschen in als visschen om: Een sluierstaart de vrouw in haar gewaad; De man een snoek die stil in 't water staat; Het kind een stekelbaarsje dat in 't riet Van stoelen en in 't wier der meublen schiet - Dan plotseling, als voelde zij het oog Dat binnendrong, gaat snel een hand omhoog, En rolt als sneeuw 't gordijn eroverheen - Zoo sta ik in de wereld vaak alleen. Bertus Aafjes Vorige Volgende