Ad Interim. Jaargang 4(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 373] [p. 373] Door bevroren ruiten In 't paviljoen, door lichtbevroren ruiten Zie ik een stroom van kindren op het vak Der vijver heen en weder rijden buiten. En tusschen varens in, als in een wak, Zit hoogerop een roodborstje te fluiten, Op-neer, op-neer, en dat van tak op tak. Wij kijken door de vensters onzer oogen Met onze ziel gespannen in 't heelal, En wat wij zien raakt innerlijk bewogen. Soms vriest de kou van 't leed ons tot kristal; Slechts door een laatste plek van mededogen Zien wij de wereld, wit en klein en smal. Bertus Aafjes Vorige Volgende