Ad Interim. Jaargang 4(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 354] [p. 354] De minnares Tot in mijn vingertoppen weet mijn bloed van u. Gij reist langs alle banen van den stroom Die het leven in mij onderhoudt en nu Eens heftig vaart ge er, dan weer loom. Wanneer ik eenzaam ben en om u zucht, Toovert mijn liefde uw beeld zoo menigvoud In donkeren hartsgrond of op lichte lucht Dat ik mij door uw bijzijn voel ombouwd. Maar als ik diep vermoeid u niet meer vind En neergedoken in mijn eigen hof, Hunker als een verweesd, ontroostbaar kind... Dan hoor ik u in het stroomen van mijn bloed, Daar leeft ge diep en droomend in de stof Die mij tot mensch maakt en ge leeft er goed. Jo de Wit Vorige Volgende