Ad Interim. Jaargang 4(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 322] [p. 322] Die stem De stem, die achter alles zong Heeft altijd door geklonken; Hoe verder ik in 't leven kwam Hoe sterker ik die stem vernam, Hoe meer mij is ontzonken. Nu ben ik met die stemme alleen; Niets dat mij meer komt storen. Al wat zoo sterk, zoo teeder leek: De rots, de zee, de kleine beek Werd in die stem herboren. 'k Weet niet wanneer zij kwam in mij, Niet hoe zij is geheeten! Wellicht de wilde wielewaal Bij dag; bij nacht de nachtegaal In donker bosch gezeten, Om beurten zingend, en gezind Om iets aan mij te geven, Dat hooger is dan macht en pracht - Dan zomerdag, dan zomernacht - Den Droom om in te leven! Frans Bastiaanse 9 Aug. '46 Vorige Volgende