Ad Interim. Jaargang 4(1947)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Wind en zee De wind greep ons weer aan, wij moesten lopen, de straat doorschrijden en het bomengroen over ons lichaam al het duister doen tezamen stromen, tot wij voor een open einder ontwaken mochten en het laat branden der verre hemelen ontwaren, opdat wij lang en peilloos konden staren naar alles wat den tijd te boven gaat. De zee droeg haar geluiden aan, wij bleven als vage vogels in het duister staan en wilden wel geheel te gronde gaan, maar werden weer verworpen tot een leven dat hunkerde naar een korstondig licht en veegden schaduw van ons aangezicht. M. Mok Vorige Volgende