Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 569] [p. 569] Liedje van Raffia Mijn handen bootsen vlechtend na het klompje dat stil in mij leeft en met mijn naald de vormen geeft aan strengen zonnig raffia... Het is voor haar die nu weldra ons kind geheel voldragen heeft en in wier ogen nu reeds beeft wat zij straks zeggen zal: papa. Daarom boetseer ik, lach ik, ja, slechts daarom zing ik ondertussen een vers dat ik alleen versta: een juichend liedje raffia dat sierlijk navlecht met zijn lussen de schoenen waar ik blij in sta. Henk Breuker Vorige Volgende