Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 415] [p. 415] Anadyomene Onder de witte maan, onder de sterren, is over 't water, zo geheim en naakt, een vreemde hand gekomen uit een verre stromende wind en heeft het aangeraakt. En toen het water helder was geworden, in grote kringen langzaam uitgevloeid, stond in de wijd ontroerde nieuwe morgen het blanke lichaam der godin ontbloeid. Een meisje nog, met grote zachte ogen en met een volle, dierlijk warme mond, de armen achter 't kleine hoofd gebogen in 't wilde haar, glanzend en donkerblond, als droegen zij, tussen de lichte lijnen van elleboog naar enkel, als een lied het ongerepte lichaam met de kleine bloeiende borsten uit het oeverriet. Een meisje nog, maar zo al tot bekoren en tot de aardse zaligheid gereed, dat het haar warm doorstroomde te behoren aan hem, den jongen god, die nader schreed, en die haar nam, totdat hij uit haar warme omhelzing moe terzij gleed op de grond. Toen nam zij hem voorzichtig in haar armen en kuste hem met moederlijke mond. W.S. Noordhout Vorige Volgende