Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 227] [p. 227] Antieke fantasie Vul deze vaas met honing, melk en wijn en pleng het mengsel bij de lege haard en dode lamp. Ik wil een klaagvrouw zijn. Nu ik mijn smart zo lang heb opgespaard, Wil ik vannacht mijn klacht gelijk een vuur ontsteken in d' onzekre duisternis van 't onverhoeds namiddernachtlijk uur. Als offer breng ik wollegras en lis, geplukt in 't veen, tussen het vochtig gras, daar waar de doden toeven op de rand van heideveld en doornig struikgewas. Ik spreek mijn spreuken, in gestrekte hand de bronzen ratel, die de doden wekt uit dove slaap. Dan jaag ik klacht na klacht de ruimte in, mijn leed als snaar gestrekt tussen de beide polen van de nacht. Theo van Baaren Vorige Volgende