Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] Herfst? Nu moest ik een thuis hebben, ergens ter wereld, waarnaar ik kon uitzien, verlangen desnoods. De wind is te ruw en de aarde te leeg nu dan dat ik het stellen kon zonder die troost. De jaaroogst is binnen, de vruchten verdeeld en de wind neemt het afval wel mee op zijn reis. Mijn oogst is verloren, mijn vruchten gestolen, voor afval van liefde biedt niemand een prijs. Een thuis nu... waar handen die kunnen verwarmen mij wachten, een lamp, een smal bed - als het mag. De dagen daar leven, daar werken en rusten, de waarde weer leeren van woord en van lach. Eens ga ik weer zwerven en zoeken, als vroeger, weer alles verwachten wat nieuw is... En dan? Mijn hárt weer geloven, opnieuw, en bereid zijn omdat ik de liefde niet missen kan. Caroline Kleijn Vorige Volgende