Ad Interim. Jaargang 2(1945)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] M. Mok Bruiloftslied (voor 29 Maart 1945) Die dag komt ook, gelijk aan alle dagen, die men met handen niet kan tegenhouden, men moet hun moordende gewicht wel dragen op moede schouders, die de stormen knauwden, totdat zij als een wrakke brug nog hangen onder een lucht, waaraan zich het verlangen te pletter heeft gelopen. Dit is nog avond, maar de morgen zal mij naderen uit een verwoest heelal; met duizend wonden zwart en open zal het mij aanzien en ik berg mijn hoofd zo diep niet, of ik voel het donker branden dier wonden in mijn hersens en mijn handen, en hoe mijn hart aan stukken wordt gekloofd. Die dag komt ook: ik zie hen weer verschijnen, povere mensen, die niets wilden zijn dan wat zij waren, hulpeloze, kleine schepselen onder het waaien van de tijd. Een zwarte woede heeft hen overvallen en meegetrokken met de duizendtallen, verkommerd en verslagen tot een hoop verminkte, krimpende, steunende lijven, wier angst mijn hersens zal doorboren blijven zo lang ik door de wereld loop. [pagina 194] [p. 194] Die dag komt ook: waarop voor veertig jaren, de rechterhanden in elkaar gelegd, zij dat eenvoudig woord hebben gezegd, waardoor zij geen enkelingen meer waren, maar twee, tot één geheel verbonden, geheiligden, door wie de schepping schrijdt; en door hun adem ben ik uitgezonden tot deze wildernis van tijd, en door hun kracht heb ik de kracht gevonden, de angstaanjagende waanzinnigheid. van dit bestaan te peilen tot de gronden. Nu komt die dag, nu staan mijn ogen strak, er zijn geen tranen meer voor dit verdriet; de wind doorvaart mij en mijn leven ziet, hoe eeuwigheid ook deze levens brak. De hemel spant zijn onbewogen floers. Er moet de liefde zijn - vergeef het mij: in deze pijn ervaart het hart geen koers, te martelend trekt alles weer voorbij. 28 Maart 1945 Vorige Volgende