Ad Interim. Jaargang 2(1945)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 122] [p. 122] J. Romijn Bij de wieg van een oorlogskind Voor Nel en Jan H. de Groot God, die de boter hebt geschapen, De boerenkool, de karnemelkschepap; Die pisangs, lof en doperwtjes woudt maken, Saucijsjes, oesters, bessensap - Lang niet dat alles wil ik vragen Voor Kees van Nel en Jan, Alleen, opdat het wicht des nachts mag slapen, Wat moedermelk of surrogaat daarvan. Dat is al veel, misschien, in uwe oogen: Wij hebben alles voor dat kind verbrod. Maar weigert, aarzelt ge, bedenk dan God: Dit kind zal wellicht worden mogen De laatste mensch als eertijds Lot, De eene man die werkt naar uw geboden. Vorige Volgende