Ad Interim. Jaargang 1(1944)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Bert Voeten Oorlogsnajaar Weer dragen voor mijn raam de notelaren hun bruine pij en hun verschoten kap. Langsheen de paden schendt bij iederen stap de voet het doffe goud der doode blaren. En in den avond voegen eenzaamheden zich met het donker saam rondom mijn hart, dat op zijn doortocht aarzelt, en verward den kruisweg nadert der onzekerheden. Want geen die onder lamplicht verzen schrijft - de hemel boven hem heeft duizend stemmen - weet wat er in den morgen achterblijft, de Dood is met sonnetten niet te remmen. Vorige Volgende