Ad Interim. Jaargang 1(1944)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Paul Haimon Oorlogsnajaar Waarom kan ik het land nu niet beminnen, blijf ik hier, traag, alleen aan 't venster staan? De wielewaal en 't waterhoen zie 'k gaan en waren zij niet eens mijn lievelingen?! Ik volg hen niet; er is iets dood van binnen, iets in de wereld heeft mij dat aangedaan. Ik zou nog wel, ach, 'k wou nòg het land ingaan, hoe branden daar al de herinneringen.... Het kan toch niet, ik kan daar nu niet gaan. Ik had de verten lief, al de bijzondere dingen, die eerst zoo groen, nu naar het purper dringen, het najaarsbed, de zachte ritselingen die van het loof tot onder 't water gaan. Ik had haar lief, ik blijf bij 't venster staan. Vorige Volgende